Netherlands

Onnodige paniek over pensioenkortingen

 

Diverse media berichtten de afgelopen weken over mogelijke korting van opgebouwde pensioenen. Pensioengerechtigden zouden moeten vrezen voor kortingen op hun uitkering. In werkelijkheid ligt dat een stuk genuanceerder: de kans dat er gekort moet worden is heel klein. En als er al gekort moet worden, zal de omvang daarvan en de groep die geraakt wordt, maar beperkt zijn.

De onrust ontstond doordat zorgwekkende doorrekeningen van De Nederlandsche Bank (DNB) en het Centraal Planbureau (CPB) werden opgevolgd door publicatie van tegenvallende kwartaalresultaten van de pensioenfondsen.

Twee soorten korting
Hoewel de financiële positie van pensioenfondsen al langer onder druk staat, is er van korting nog lang geen sprake. Er zijn twee regels die voorschrijven wanneer een fonds moet korten op de pensioenuitkering:
1. Als de beleidsdekkingsgraad gedurende zes opeenvolgende jaareinden onder het minimaal vereiste niveau van 105% ligt én als bij het laatste jaareinde ook de actuele dekkingsgraad onder die grens ligt;
2. Als een fonds in tien jaar tijd (in 2016 geldt elf jaar) niet boven de vereiste dekkingsgraad uitkomt. Voor de meeste pensioenfondsen ligt die rond de 120%.

Een korting op grond van de eerste regel is op zijn vroegst pas in 2020 aan de orde, omdat de nieuwe regels per 1 januari 2015 zijn ingevoerd. Bovendien hadden de meeste fondsen eind 2014 nog geen dekkingstekort. Hoe de dekkingsgraad zich tussendoor ontwikkelt, is niet relevant. Wel is het zo dat de periode van vijf jaar opnieuw begint zodra de beleidsdekkingsgraad tussentijds boven de 105% uitkomt.

Kans op pensioenkorting volgens tweede spelregel groter
Als er op korte termijn al sprake is van korting op de uitkeringen, dan zal dat zijn omdat het fonds onvoldoende herstelkracht heeft. Dat is het geval als het fonds in het herstelplan, dat begin 2016 wordt ingediend, niet kan aantonen dat het binnen elf jaar uit reservetekort raakt.

Een korting op basis van onvoldoende herstelkracht is voor pensioenfondsen met een defensief beleggingsbeleid onwaarschijnlijk. Zij moeten binnen elf jaar een dekkingsgraad realiseren van tussen de 110% en 115%. Bij een jaarlijks rendement op aandelen van 6,75% - waar praktisch alle fondsen in hun herstelplannen mee rekenen - betekent dat dat de actuele dekkingsgraad lager moet zijn dan 97% voordat er sprake is van een korting op de uitkering. Voor fondsen met een gemiddeld beleggingsbeleid is die ondergrens nog lager: 90%.
 

Alleen fondsen met een meer risicovolle portefeuille hebben wellicht onvoldoende natuurlijke herstelkracht om de voor hen vereiste dekkingsgraad van 125% à 130% te realiseren. Dat betekent dat alleen deelnemers van een fonds met een offensief beleggingsbeleid, dat een actuele dekkingsgraad heeft van minder dan 85% eventueel op korte termijn worden geconfronteerd met een korting op hun opgebouwde pensioen. Die eventuele korting wordt bovendien uitgesmeerd over een periode van elf jaar, waardoor de hoogte ervan gering zal zijn. Als er al gekort moet worden: mogelijk volstaat een beperking van de indexatie.