Nederlands | Français Belgium

Het eenheidsstatuut: rapport van de NAR 2020

 

In 2014 werd de Wet op de Aanvullende Pensioenen van 28 april 2003 (WAP) uitgebreid met een aantal nieuwe artikels, met het oog op de harmonisering van het statuut arbeiders-bedienden inzake aanvullende pensioenen. In dit artikel maken we een stand van zaken op in dit dossier. Een belangrijke conclusie is alvast dat individuele ondernemingen de protocolakkoorden van de sectoren maar beter niet afwachten, maar zelf het heft in handen nemen.

Stand van zaken op sectorniveau: evaluatie NAR 2020

De sectoren hebben tegen 1 januari 2020 voor de derde maal hun tweejaarlijkse verslagen bij de NAR ingediend (dus met betrekking op kalenderjaren 2018 en 2019). Op basis van de WAP moest de NAR hierover dan uiterlijk 1 juli 2020 een evaluatie maken. Deze evaluatie werd onlangs gepubliceerd op de website van de NAR.

De NAR bevestigt dat er binnen bepaalde sectoren nog (informeel) verder wordt gewerkt aan de harmonisatie, maar dat er op dit ogenblik weinig concrete formele nieuwe elementen zijn in de huidige rapportage over kalenderjaren 2018 en 2019.

De NAR haalt (slechts) 2 elementen aan:

  • Het sectoraal akkoord in Paritair Comité 200 van 1 juli 2019. In die cao is een bijzondere regeling voorzien voor de ondernemingen met zowel bedienden en arbeiders in dienst in dezelfde ondernemingsactiviteit waarvan de arbeiders genieten van een sectoraal aanvullend pensioen, terwijl de bedienden geen of een minder gunstige aanvullende pensioensregeling hebben. In dat geval bestaat de loonsverhoging uit een tijdelijke jaarpremie die zal worden omgezet in een sectoraal aanvullend pensioen voor de bedienden, zodat het verschil met de arbeiders kan worden weggewerkt.
  • Het advies nr. 2.155 van 17 december 2019 van de NAR zelf. In dit advies wordt een antwoord geformuleerd op een aantal praktische vragen omtrent de toepassing van de wet van 5 mei 2014. Zie voor meer details hierover onze Aon Update nr. 2 uit 2020.
 

Ter herinnering: de wettelijke deadlines

De wetsaanpassing van 2014 legde volgende belangrijke deadlines op:

  • Stand-still-periode van 1 januari 2015 tot 31 december 2024: er mogen geen nieuwe verschillen tussen arbeiders en bedienden ingevoerd worden. Bestaande verschillen mogen blijven bestaan, maar niet groter worden. Tijdens deze periode dient elke werkgever zich in te schrijven in een harmonisatietraject, om ervoor te zorgen dat de bestaande verschillen tussen arbeiders en bedienden ten laatste op 1 januari 2025 weggewerkt zijn.
  • De sectoren zijn het eerst aan zet: zij moeten onverwijld de onderhandelingen aanvatten om protocolakkoorden te sluiten. Die dienen ertoe te leiden dat uiterlijk op 1 januari 2023 één of meerdere sectorale cao’s afgesloten worden. Deze cao’s hebben als doel om uiterlijk op 1 januari 2025 een einde te stellen aan het verschil in behandeling tussen arbeiders en bedienden.
  • 1 januari 2025: einde van de stand-still-periode. Alle verschillen in de behandeling van arbeiders en bedienden op het vlak van aanvullende pensioenen zijn weggewerkt (met de eventuele uitzondering van historische verschillen veroorzaakt door de eigen keuze van de aangeslotenen.
 

Conclusies

Een aantal sectoren hebben nog heel wat werk voor de boeg, en bovendien zijn nog niet alle vraagtekens weggewerkt. De vooruitgang gaat dus traag.

Het is op dat vlak ook veelzeggend dat de NAR in haar evaluatie naar een advies van zichzelf moet verwijzen als belanghebbend element in de evolutie naar het eenheidsstatuut, terwijl deze evaluatie eigenlijk een samenvatting zou moeten zijn van de werkzaamheden verricht door de verschillende sectoren op dat vlak.

In de evaluatie wordt ook reeds de COVID-19-crisis aangehaald als mogelijk complicerende factor om de vooropgestelde timing van 1 januari 2023 te halen.

In het licht van deze bescheiden vooruitgang op sectoraal vlak is het dan ook aangeraden dat de individuele ondernemingen deze protocolakkoorden niet passief afwachten, maar al proactief de verschillen tussen arbeiders en bedienden in kaart brengen en zelf nadenken over mogelijke harmonisatiepistes.

Uw Aon-consultant kan u hierin adviseren en helpen om de verschillende pistes en de kostprijs van de harmonisatie in uw bedrijf op te lijsten.