De Groep van 10 (de federale interprofessionele werkgeversorganisaties en werknemersorganisaties) bereikte op 8 juni een afsprakenkader omtrent vier aan het loonoverleg gekoppelde dossiers: eindeloopbaan, het gebruik van overuren, minimumlonen en de harmonisering van de tweede pensioenpijler tussen arbeiders en bedienden. We geven u alle nodige info in dit handige overzicht.
Een korte terugblik
In een arrest van 7 juli 2011 (arrest nr. 125/2011) veroordeelde het Grondwettelijk Hof de verschillen tussen arbeiders en bedienden. Concreet werd de regeling voor de opzeggingstermijn en de carensdag geacht in strijd te zijn met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie.
De Belgische wetgever moest de verschillen tussen de statuten wegwerken voor 8 juli 2013.
Met de Wet van 5 mei 2014 (B.S. 09/05/2014), die werd ingevoegd in de Wet Aanvullende Pensioenen (“WAP”) werd er een wettelijk kader voorzien om geleidelijk aan het onderscheid tussen arbeiders en bedienden op het vlak van aanvullende pensioenen te doen verdwijnen.
De regeling kan als volgt worden samengevat:
De (vroegere) regeling in de Wet van 5 mei 2014
De Wet voorzag in een geleidelijke harmonisatie en hanteerde hiervoor 3 tijdsvakken:
-
Periode vóór 1 januari 2015: het onderscheid tussen arbeider en bediende is geen ontoelaatbare discriminatie;
-
Stand-still-periode van 1 januari 2015 tot 31 december 2024: er mogen geen nieuwe verschillen tussen arbeiders en bedienden ingevoerd worden. Bestaande verschillen mogen blijven bestaan, maar niet groter worden.
-
Sectoren moeten onverwijld de onderhandelingen aanvatten om protocolakkoorden te sluiten. Die dienen ertoe te leiden dat uiterlijk op 1 januari 2023 één of meerdere sectorale cao’s afgesloten worden. Deze cao’s hebben als doel om uiterlijk op 1 januari 2025 een einde te stellen aan het verschil in behandeling tussen arbeiders en bedienden in de sectorale aanvullende pensioenstelsels;
-
Elke werkgever dient zich in te schrijven in een harmonisatietraject, om ervoor te zorgen dat de bestaande verschillen tussen arbeiders en bedienden ten laatste op 1 januari 2025 weggewerkt zijn.
-
Vanaf 1 januari 2025: einde van de stand-still-periode. Alle verschillen in de behandeling van arbeiders en bedienden op het vlak van aanvullende pensioenen moeten weggewerkt zijn (met de eventuele uitzondering van historische verschillen veroorzaakt door de eigen keuze van de aangeslotenen).
Verlenging van de stand-still-periode
Binnen de Groep van 10 is er nu dus een akkoord bereikt om de gelijkschakeling van de aanvullende pensioenen tussen arbeiders en bedienden met 5 jaar uit te stellen tot 2030.
Concreet betekent dit dat de harmonisatie bij de individuele werkgever ten laatste een feit moet zijn op ten laatste 1 januari 2030 (in plaats van 1 januari 2025).
Sectoren krijgen tot 1 januari 2027 de tijd (in plaats van 1 januari 2023) om sectorale cao’s neer te leggen teneinde de harmonisatie op sectoraal vlak in te voeren tegen ten laatste 1 januari 2030 (in plaats van 1 januari 2025).
Minimale bijdrage
De Groep van 10 heeft ook een akkoord bereikt over het principe dat een stuk(je) van de toekomstige loonmarges - 0,1 procent - verplicht zal moeten worden besteed aan de harmonisatie.
Vanaf de volgende loonakkoorden wordt dit dus een verplichting, in die sectoren waar er nog een verschil is tussen arbeiders en bedienden.
Fiscale stand-still
Binnen de Groep van 10 werd ook een standstill voor de fiscale en parafiscale behandeling van de tweede pensioenpijler afgesproken.
Dit betekent dat alle partners akkoord gaan om het (para)fiscaal kader van de aanvullende pensioenen in de voorzienbare toekomst ongewijzigd te laten.
Ook over een aantal kleinere, veelal technische kwesties werd een akkoord bereikt, maar daar gaan we hier niet dieper op in.
Volgende stappen
Deze afspraken zijn nog onder voorbehoud en moeten nog worden voorgelegd aan de respectievelijke ‘achterban’. Het pakket moet ook nog besproken worden met de federale regering. En nadien moet dit alles uitgewerkt worden in cao’s en wetteksten.
Conclusie
Er komt meer tijd voor de harmonisatie van de aanvullende pensioenen voor arbeiders en bedienden. In plaats van 2025 wordt de einddatum opgeschoven naar 2030. Ook zal men in volgende loonakkoorden verplicht worden om 0,1% van de beschikbare loonmarge aan te wenden voor deze harmonisatie.
De finale wetteksten van deze maatregelen zijn echter nog niet beschikbaar. Wij houden u op de hoogte mochten deze opvallende afwijkingen bevatten.
Aon staat klaar om u verder te helpen. Neem gerust contact op met uw vertrouwde contactpersoon.