Nederlands | Français Belgium

Harmonisering statuut van arbeiders en bedienden: stand van zaken juni 2018

 

Newsletter Update@work | nr 3 | 2018

In 2014 werd de Wet op de Aanvullende Pensioenen van 28 april 2003 (WAP) uitgebreid met een aantal nieuwe artikels, met het oog op de harmonisering van het statuut arbeiders-bedienden inzake aanvullende pensioenen. In dit artikel maken we een stand van zaken op in dit dossier. Een belangrijke conclusie is alvast dat individuele ondernemingen de protocolakkoorden van de sectoren maar beter niet afwachten, maar zelf het heft in handen nemen.

 

Deadlines

De wetsaanpassing van 2014 legde volgende belangrijke deadlines op:

  • Stand-still-periode van 1 januari 2015 tot 31 december 2024: er mogen geen nieuwe verschillen tussen arbeiders en bedienden ingevoerd worden. Bestaande verschillen mogen blijven bestaan, maar niet groter worden. Tijdens deze periode dient elke werkgever zich in te schrijven in een harmonisatietraject, om ervoor te zorgen dat de bestaande verschillen tussen arbeiders en bedienden ten laatste op 1 januari 2025 weggewerkt zijn.
  • De sectoren zijn het eerst aan zet: zij moeten onverwijld de onderhandelingen aanvatten om protocolakkoorden te sluiten. Die dienen ertoe te leiden dat uiterlijk op 1 januari 2023 één of meerdere sectorale cao’s afgesloten worden. Deze cao’s hebben als doel om uiterlijk op 1 januari 2025 een einde te stellen aan het verschil in behandeling tussen arbeiders en bedienden.
  • 1 januari 2025: einde van de stand-still-periode. Alle verschillen in de behandeling van arbeiders en bedienden op het vlak van aanvullende pensioenen zijn weggewerkt (met de eventuele uitzondering van historische verschillen veroorzaakt door de eigen keuze van de aangeslotenen.
 

Stand van zaken op sectorniveau

Op sectoraal vlak voorziet de wet in een tweejaarlijkse evaluatie. De paritaire (sub)comités met een overlappend bevoegdheidsgebied moeten een verslag indienen over de stand van zaken van het werk op sectoraal vlak en de eventuele moeilijkheden die ze hierbij ondervinden. De doelstelling van deze tweejaarlijkse evaluatie is

  • de sectoren ertoe aan te sporen het harmoniseringsproces effectief aan te vatten
  • een stand van zaken te geven van de vooruitgang die al dan niet werd geboekt.
 

Op basis van de rapporten van de verschillende sectoren heeft de NAR in juni 2016 een eerste evaluatie opgesteld van de vooruitgang inzake de harmonisering van de aanvullend pensioenen (rapport nr. 97). De voornaamste hindernissen die toen werden gesignaleerd, zijn:

  • De paritaire comités arbeiders en bedienden zijn niet altijd symmetrisch.
  • Voor een aantal paritaire comités is het niet duidelijk met wie samengewerkt moet worden in het harmoniseringsproces.
  • Voor sommige paritaire comités is er geen sectorplan (bijvoorbeeld in het PC200, dat in veel sectoren gekoppeld is aan een paritair comité voor arbeiders waar wel een sectorplan is).
  • Er is geen verbetering mogelijk voor het sectorplan van de arbeiders zolang er geen sectorplan is voor de bedienden.
  • Er waren heel wat vragen en onduidelijkheden met betrekking tot de stand-still-verplichting.
 

Uit het rapport bleek voorts dat veel sectoren en ondernemingen een eerder afwachtende houding aannamen. Ondertussen zijn we twee jaar verder, en werd het tweede verslag ingediend door de sectoren op 1 januari 2018.

Met het oog op de werkzaamheden van de NAR werkte de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen (op basis van deze verslagen) een handige overzichtstabel uit. Die tabel bevat de stand van zaken van de werkzaamheden van de paritaire comités. Het overzicht is onderverdeeld in de volgende categorieën:

  • sectorale pensioenstelsels in symmetrische paritaire (sub)comités**
  • sectorale pensioenstelsels in samenvallende paritaire (sub)comités***
  • sectorale pensioenstelsels voor arbeiders die uitsluitend samenvallen met PC200
  • sectorale pensioenstelsels in de gemengde paritaire (sub)comités.

**: Er is een één op één relatie tussen het paritair comité van de arbeiders en van de bedienden. Voorbeelden zijn de metaal- en de chemiesector.
***: Verschillende paritaire comités kunnen gekoppeld zijn in een bepaalde sector. Voorbeeld is de bouwsector, waar het PC124 voor arbeiders kan gekoppeld zijn aan de PC’s 200, 201, 226, 316 en 323.

 

De NAR stelt vast dat er wel degelijk vooruitgang geboekt werd bij de sectoren die een verslag indienden: er worden effectief onderhandelingen gevoerd en analyses gemaakt. Maar een aantal sectoren heeft geen verslag ingediend...

Welke moeilijkheden ondervinden de sectoren in 2018 nog in het harmoniseringsproces?

  • Er zijn nog steeds een aantal interpretatieproblemen die niet in het kader van de tweejaarlijkse evaluatie opgelost kunnen worden.
  • In een aantal paritaire comités voor arbeiders die samenvallen met het PC200 voor de bedienden is er geen vooruitgang. In het sectorakkoord 2017-2018 van het PC200 werd wel beslist dat een paritaire werkgroep zal onderzoeken op welke wijze het PC200 kan inspelen op de mogelijke evoluties in het landschap van de paritaire comités, om zo tot een aantal concrete conclusies te komen voor het volgende sectorakkoord.
  • Verschillende sectoren maken in hun verslag melding van discussies over de kostprijs van het harmoniseringstraject en de invulling van de loonmarge die werd vastgelegd in cao nr. 119.
 

Voor de volgende tweejaarlijkse evaluatie wordt gedacht aan een geijkte vragenlijst, om makkelijker een beeld te krijgen van de stand van zaken van de werkzaamheden in de sectoren.

Conclusies
Er is wel degelijk vooruitgang in het harmoniseringsproces. In een aantal sectoren, vooral in de symmetrische sectoren, zijn effectief stappen gezet om de aanvullende pensioenplannen voor arbeiders en bedienden dichter naar elkaar toe te brengen. Voorbeelden zijn het toevoegen van een solidariteitsbijdrage (waar dit nog niet het geval was) en of het aanpassen van het budget van het sectorale plan van arbeiders of bedienden (om dit geleidelijk aan in lijn te brengen met het andere sectorplan.

In een aantal sectoren is er evenwel helemaal geen vooruitgang geboekt, of is er geen verslag ingediend. Dat laatste wijst erop dat er ook in deze sectoren geen vooruitgang te noteren viel tussen 2016 en 2018.

De verduidelijkingen die moeten volgen uit de conclusies van het op te starten paritair overleg van het PC200, hebben als doel de sectoren die samenvallen met het PC200 te helpen hun harmonisatietraject op de rails te krijgen. Heel wat ondernemingen met bedienden in het PC200 hebben een ondernemingsplan voor deze bedienden. Naast de conclusies van het overleg van het PC200 zal ook hiermee rekening moeten gehouden worden door de individuele ondernemingen. Gelet op het feit dat het laatste verslag van de sectoren ingediend moet worden op 1 januari 2022, en de sectoren daarna tijd hebben tot uiterlijk 1 januari 2023 om een protocolakkoord af te sluiten, beschikken de bedrijven daarna slechts over een termijn van 2 jaar om de harmonisatie te implementeren.

Het is dan ook aangeraden dat de individuele ondernemingen deze protocolakkoorden niet passief afwachten, maar al proactief de verschillen tussen arbeiders en bedienden in kaart brengen en zelf nadenken over mogelijke harmonisatiepistes.

Uw Aon-consultant kan u hierin adviseren en helpen om de verschillende pistes en de kostprijs van de harmonisatie in uw bedrijf op te lijsten.