Nederlands | Français Belgium

Het nieuw Belgisch vennootschapsrecht en directieleden: wat verandert er?

 

Newsletter Update@Work | Nr. 5 | 2020

Sinds 1 mei 2019 is het nieuw Belgisch vennootschapsrecht in werking. Deze bevat een aantal zeer grondige wijzigingen. En dat betekent dat de situatie van de directie mogelijk ook voor uw bedrijf onder de loep genomen moet worden.

Inwerkingtreding

Het nieuwe vennootschapsrecht trad voor nieuwe vennootschappen opgericht sinds 1 mei 2019 dadelijk in werking. Voor bestaande vennootschappen, verenigingen en stichtingen geldt er echter een overgangsregeling.

In principe heeft men tijd tot en met 31 mei 2023 om de statuten aan de nieuwe wetgeving aan te passen.

Maar… de nieuwe wetgeving bevat ook een aantal dwingende bepalingen die in werking getreden zijn op 1 januari 2020 voor bestaande vennootschappen, en dit ongeacht of de statuten reeds werden aangepast!

Focus op directie en bestuurders

We concentreren ons hier slechts op 1 element van de belangrijkste nieuwe dwingende bepalingen, zijnde de aanpassing van het statuut van bestuurders en directieleden.

Onder de oude wet kon men een directiecomité instellen, waarvan de leden hun opdracht uitvoerden onder een arbeidsovereenkomst, en dit onder het gezag van een orgaan van de vennootschap of van een andere bestuurder. De nieuwe regelgeving laat dat niet meer toe.

De nieuwe regelgeving voorziet immers dat bestuurders (leden van de raad van toezicht of de raad van bestuur) en directieleden (leden van de directieraad, zijnde het voormalig directiecomité) van bestaande vennootschappen vanaf 1 januari 2020 deze functie als zelfstandigen dienen uit te oefenen. De mogelijkheid om dat mandaat als werknemer te vervullen, wordt geschrapt. Het dagelijks bestuur zou wel nog als werknemer kunnen uitgeoefend worden, maar zodra men ook operationele bevoegdheid en verantwoordelijkheid heeft, valt men daar echter in principe buiten.

En wat met de aanvullende voordelen?

Deze (potentiële) verschuiving van werknemers- naar zelfstandigenstatuut heeft mogelijk ook een impact op de aansluiting bij aanvullende voorzorgsplannen onderschreven door de vennootschap: pensioen, overlijden, gewaarborgd inkomen, hospitalisatie.

Het is dus belangrijk om na te gaan of de directie of bestuurders door een eventuele verschuiving in statuut nog steeds voldoen aan de aansluitingsvoorwaarden die de polissen voorzien. Indien nodig, moet hier immers ingegrepen worden om te vermijden dat zij niet langer aangesloten kunnen blijven bij de verschillende toezeggingen. Mogelijk zal voor hen een individuele pensioentoezegging moeten afgesloten worden.

In tweede lijn moet ook gekeken worden of de salarisdefinitie die in sommige polissen gehanteerd wordt nog kan gehandhaafd blijven. Werknemers worden immers op een andere basis vergoed (de zogenaamde factor “13,92”, waarin vakantiegeld en dertiende maand vervat zit) dan zelfstandigen.

Wat met combinatie (onbezoldigd statuut)?

De nieuwe vennootschapswet voorziet wel nog steeds de mogelijkheid dat directieleden hun functie onbezoldigd uitoefenen. Zij mogen dan nog een andere functie in het kader van een arbeidsovereenkomst in die vennootschap uitoefenen op voorwaarde dat die taken als werknemer volledig losstaan van de taken als bestuurder of directie en de taken worden uitgevoerd in een ondergeschikt verband ten aanzien van de vennootschap.

In dergelijk geval van onbezoldigd directie- of bestuurdersmandaat zal de bovenstaande problematiek zich uiteraard niet stellen.

Conclusie

Ga de aansluitingsvoorwaarden en salarisdefinitie voor uw plannen inzake aanvullende voordelen voor uw directie of bestuurders na. Zo kan u vermijden dat de nieuwe Belgische vennootschapswetgeving negatieve gevolgen heeft voor de directie en / of bestuurders van de vennootschap.

Aon staat uiteraard tot uw beschikking mocht u hierbij assistentie wensen.