Van rijstrook of van file veranderen is altijd een risicovol manoeuvre. Het is sinds jaren een top 5-schadegeval in wagenparken. Wat zegt de wegcode? En hoe pas je je rijgedrag aan? Als toemaatje geven we ook enkele handige tips.
Hoofdregels
De hoofdregel is duidelijk: bestuurders moeten altijd de meest rechtse rijstrook aanhouden op de openbare weg. In de bebouwde kom heb je vaak een vrije keuze van rijstrook, en bij het naderen van een kruispunt kan je vrij een voorsorteerrijstrook kiezen.
Vanaf 1 september 2011 mogen motorrijders de files voorbijrijden aan een snelheid van maximaal 50 km/u en op voorwaarde dat het verschil in snelheid met de auto’s die zij voorbijrijden niet groter is dan 20 km/u.
Wat moet je nog weten?
Van rijstrook veranderen wordt altijd als een manoeuvre beschouwd. Dit betekent dat je steeds voorrang moet verlenen aan de auto’s of andere weggebruikers die op de rijstrook rijden waar je wilt invoegen.
Je mag uiteraard alleen van rijstrook veranderen als er geen doorlopende witte streep tussen de stroken getekend is.
Als je van rijstrook verandert om de auto vóór je in te halen, dan doe je dat altijd aan de linkerkant. Rechts inhalen is verboden.
Bij het naderen van een kruispunt, mag je van voorsorteerrijstrook veranderen, zolang je nog niet op het kruispunt bent en indien er geen doorlopende witte lijn tussen de voorsorteervakken getekend werd.
Bereid je manoeuvre voor!
Check of er voldoende plaats is om in te voegen tussen de beide voertuigen.
Pas je snelheid aan de voertuigen die op de in te voegen rijstrook rijden aan.
Kijk in je spiegels en controleer of de weg vrij is. Check of een ander voertuig begonnen is met hetzelfde manoeuvre om dezelfde vrije plaats in te nemen. Check op eventuele aanrijdende motorrijders (tussen twee rijstroken).
Kijk niet alleen in je spiegels, maar check ook zeker de dode hoeken (zowel rechts als links).
Gebruik je richtingaanwijzers om je manoeuvre aan te kondigen aan de andere weggebruikers.
Ritsen: do’s and don’ts
Wat doe je als je bij vertraagd verkeer een wegversmalling ziet aankomen en je op de ‘verkeerde’, doodlopende rijstrook rijdt? Dan moet je ritsen! De modale bestuurder voelt dan de drang om zo snel mogelijk in te voegen in de “doorlopende” rijstrook, maar dit is fout! Je belast deze rijstrook te snel en vertraagt het verkeer op die manier extra. Hoe moet het wel?
Blijf zo lang mogelijk op je rijstrook en voeg pas in net voor de versmalling.
Het verkeer op de doorlopende rijstrook met ter hoogte van de versmalling beurtelings voorrang geven aan een invoegend voertuig.
Om veilig in te voegen, rijd je net sneller dan het verkeer op de overige rijstroken vanaf ongeveer 300 m voor de versmalling.
Als er meerdere rijstroken wegvallen en samenkomen in de middelste rijstrook, dan zegt de voorrangsregel dat het voertuig op de rechterrijstrook als eerste mag invoegen, en pas daarna het voertuig op de linkerrijstrook.
Rits niet bij een voorrangsbord!
Het oprijden van een autosnelweg is een invoegmanoeuvre, en geen plaats waar je ritst. Dit betekent dat de weggebruikers op de snelweg altijd voorrang hebben.
Ritsen is wettelijk verplicht!
Je begaat een overtreding van de eerste graad in de volgende gevallen:
niet doorrijden tot aan de versmalling
andere voertuigen verhinderen om door te rijden tot aan de versmalling
andere voertuigen niet toelaten om te ritsen ter hoogte van de versmalling
Een overtreding kan je een boete van € 55 opleveren.
