Aantrekken en behouden van talent; waar moet je op letten?
Onze samenleving, de economie en ons werk zijn de laatste tien jaar sterk veranderd. Hoe en waar we ons werk doen, waarom en met welke informatie en met wie en voor wie we ons werk doen. Dit zorg ervoor dat er andere vaardigheden en competenties van medewerkers en managers worden verwacht. Daarnaast zorgen de grote hoeveelheid informatie en e-mailoverload ervoor dat we het steeds drukker hebben en we ons in bochten wringen om aan alle eisen te kunnen voldoen die ons worden gesteld.
Verschillende generaties, verschillende drijfveren
We zijn met meerdere generaties tegelijk werkzaam op de werkvloer. Mensen van verschillende generaties staan anders in het leven en kijken anders naar hun werk. Zo halen oudere medewerkers hun informatie op misschien het liefst met klassikaal leren, terwijl hun jongere collega’s gewend zijn alles wat ze willen weten te googelen. Personen uit dezelfde generatie hebben gemeenschappelijke ervaringen, zijn gevormd door dezelfde belangrijke gebeurtenissen van hun tijd en begeven zich doorgaans in eenzelfde fase van fysieke en emotionele ontwikkeling. Doordat iedere generatie zijn eigen kenmerken, kwaliteiten en valkuilen heeft, verloopt de samenwerking tussen werknemers uit verschillende generaties niet altijd vlekkeloos. Toch kunnen zij veel van elkaar leren en kunnen teams die leden uit diverse generaties bevatten erg effectief zijn. Om een effectieve samenwerking te krijgen, is het belangrijk dat de verschillende generaties zich open opstellen om meer begrip te krijgen voor elkaar en wat hen drijft.
Vergrijzende beroepsbevolking, slimmer werken (Grijzer en slimmer)
Naast het feit dat we met meerdere generaties tegelijk werken, is de beroepsbevolking aan het vergrijzen. Enerzijds moeten we door de ophoging van de AOW-gerechtigde leeftijd allemaal langer doorwerken en dus ook daartoe in staat zijn. Anderzijds, gaat de vergrijzende beroepsbevolking, de zogeheten babyboomgeneratie, de komende jaren massaal met pensioen, waardoor er een behoorlijk groot tekort op de arbeidsmarkt zal ontstaan. Het tekort kunnen we dan ook niet meer oplossen met harder werken. Dit betekent dat we slimmer moeten gaan werken en dat taken en werkzaamheden anders ingericht en verdeeld moeten worden.
Technologische ontwikkelingen
Tenslotte zien we dat technologische ontwikkelingen elkaar steeds sneller opvolgen. Nieuwe tools kunnen veel zaken waar de werkende mens dagelijks mee geconfronteerd wordt slimmer en sneller afhandelen. Functies en rollen van medewerkers veranderen in rap tempo van vorm en inhoud. Kennis heeft een kortere houdbaarheid. Van iedereen wordt flexibiliteit gevraagd.
Drijfveren
Babyboomers werden vooral gedreven door betrouwbaarheid en zekerheid (blauwe drijfveer). Deze generatie verandert liever niet van werkgever. Generatie X is minder loyaal aan organisaties doordat in hun jongere jaren werk veelal tijdelijk was. Deze generatie staat meer open voor verandering en verwacht beloning en promotie voor geleverd werk. In termen van drijfveren overheerst in deze generatie de kleur oranje (resultaatgericht, efficiënt en ambitieus). De twintigers van generatie Y zijn loyaal aan de ‘klus’ die ze doen, minder aan de organisatie. Ze houden alle loopbaanopties open en blijven zolang het leuk is. Bij deze groep zijn de gele en turkooizen drijfveren prominent aanwezig die staan voor hun drang naar vrijheid en vernieuwing en voor hun streven naar maatschappelijke relevantie en duurzaamheid.¹
¹ https://www.profiledynamics.com/whitepapers/intrinsieke-motivatie |
Wendbaarheid en veranderkracht
Al deze veranderingen hebben grote gevolgen voor de reactiesnelheid die van medewerkers en managers verwacht wordt. Om succesvol bij te dragen aan een organisatie, moeten zij agile (wendbaar) zijn en beschikken over veranderkracht. Het gaat meer over hoe snel men mee kan gaan met veranderingen en wat men in de toekomst kan leren, dan wat men in het verleden heeft gedaan. Hierdoor wordt, naast competenties, het vermogen om effectief om te kunnen gaan met veranderingen steeds belangrijker. Dit dwingt ons dus om onszelf wendbaar te maken zodat we nog inzetbaar zijn en blijven.