Wijzigingen nabestaandenpensioen
Aandachtspunt voor de ondernemingsraad
De inrichting van het nabestaandenpensioen gaat veranderen. Werkgevers moeten deze aanpassing uiterlijk per 1 januari 2027 doorvoeren in hun pensioenregeling. Dit was tot de brief van 10 mei jl. van minister Koolmees uiterlijk per 1 januari 2026. Door u als ondernemingsraad (OR) te laten voorlichten over dit onderwerp, kunt u met kennis van zaken het gesprek hierover aangaan met uw werkgever.
Wat gaat er veranderen?
Het nabestaandenpensioen is het partner- en wezenpensioen bij overlijden voor pensioendatum. De onderhandelaars van het pensioenakkoord vinden dat het huidige nabestaandenpensioen voor deelnemers onoverzichtelijk is. Het wordt daarom eenvoudiger gemaakt: het partnerpensioen wordt in de nieuwe situatie altijd berekend als een percentage over het salaris. Het is niet langer afhankelijk van het aantal bij de werkgever doorgebrachte dienstjaren. Het percentage bedraagt maximaal 50%, maar mag dus ook lager zijn.
Uitkeren van het partnerpensioen
Indien medewerker overlijdt voor pensioendatum
Het partnerpensioen bij overlijden voor de pensioendatum zal in de toekomst altijd verplicht op risicobasis moeten worden verzekerd. Dat wil zeggen dat het partnerpensioen vervalt als de werknemer uit dienst gaat. In de huidige situatie wordt dit soms op risicobasis en soms op opbouwbasis verzekerd. In de situatie van opbouwbasis (vaak in middelloon- en eindloonregelingen) houdt de werknemer recht op een opgebouwd partnerpensioen na uit dienst treden. De premie voor het verzekeren van partnerpensioen op risicobasis is lager dan voor partnerpensioen op opbouwbasis. De al opgebouwde partnerpensioenen zullen voor de deelnemer blijven bestaan.
Het wezenpensioen, de uitkering voor kinderen bij overlijden van de deelnemer, volgt het systeeem van het partnerpensioen.
Indien medewerker overlijdt na pensioendatum
Het wetsvoorstel bepaalt dat het partnerpensioen bij overlijden na de pensioendatum in de toekomst altijd standaard op opbouwbasis wordt verzekerd. Dit wordt op de pensioendatum gerealiseerd door de waarde te onttrekken uit het totale pensioenvermogen dat op pensioendatum beschikbaar komt. De hoogte is dan standaard 70% van het aan te kopen ouderdomspensioen. Men kan ook kiezen om geen (of een iets lager) partnerpensioen te verzekeren.
In de huidige regelgeving heeft de deelnemer een keuzerecht om wel een partnerpensioen mee te verzekeren. Het ouderdomspensioen wordt dan iets lager. Dit keuzerecht is na lang aandringen in 2002 wettelijk verankerd.
Rol van de ondernemingsraad
Benieuwd hoe u er voor kunt zorgen dat ook uw werkgever het nabestaandenpensioen zo goed mogelijk gaat aanpassen aan de nieuwe wetgeving? Om u als OR zo optimaal mogelijk voor te bereiden op dit traject, hebben we de belangrijkste informatie en tips samengevat in de video Kennissessie voor de ondernemingsraad. In deze video wordt in minder dan 10 minuten besproken wat de belangrijkste aandachtspunten zijn voor ondernemingsraden met betrekking tot het nabestaandenpensioen.
Bekijk de video voor ondernemingsraden