De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel Wet bedrag ineens, RVU en Verlofsparen aangenomen. In dit wetsvoorstel worden drie maatregelen uit het pensioenakkoord uitgewerkt.
Hieronder worden de drie maatregelen uit het wetsvoorstel afzonderlijk behandeld.
Afkoop 10% ineens
Mensen die pensioen hebben opgebouwd krijgen op de pensioendatum de keuze om eenmalig een bedrag ineens op te nemen. Dit betreft maximaal 10% van de waarde van het ouderdomspensioen. Omdat er na de opname een lager levenslang pensioen overblijft gelden de volgende voorwaarden:
- Afkoop is een keuzerecht voor de deelnemer, de pensioenuitvoerder is verplicht om hieraan mee te werken.
- Er mag maximaal 10% in een keer op pensioendatum worden opgenomen, minder mag dus ook. Bij deeltijd pensioen mag er telkens 10% van het deel van het pensioen dat ingaat worden afgekocht.
- Het is niet mogelijk om zowel 10% op pensioendatum op te nemen en ook te kiezen voor een hoog/laag regeling (pensioen dat eerst hoger is en daarna lager). De reden hiervoor is dat de deelnemer anders op termijn mogelijk een te laag pensioen krijgt en er een beroep moet worden gedaan op sociale uitkeringen.
- Het pensioen dat na de afkoop van 10% resteert moet meer zijn dan € 503,24 bruto per jaar.
- Als door de afkoop het partnerpensioen lager wordt, is de toestemming van de partner vereist.
Een aandachtspunt bij deze maatregel is dat het opnemen van een bedrag ineens betekent dat dit bedrag direct belast is met loonheffing. Het afkopen ineens kan leiden tot een hoger belastbaar inkomen en dus mogelijk een hoger belastingtarief. De minister heeft hierdoor een extra afkoopmoment toegevoegd in een nota van wijziging. Deze wijziging zal er voor zorgen dat de gepensioneerde gebruik kan maken van de opname ineens wanneer dit hem beter uitkomt. De deelnemer aan de regeling krijgt voorafgaand aan zijn gewenste pensioeningangsdatum de keuze of hij een bedrag ineens wil opnemen op zijn pensioeningangsdatum of later, in de maand februari van het jaar volgend op het jaar waarin hij de AOW-leeftijd bereikt. De verwachting is dat de deelnemers vanaf 1 januari 2023 de mogelijkheid krijgen om maximaal 10% van de waarde van het ouderdomspensioen bij pensionering ineens op te nemen.
Versoepeling van de heffing voor de Regeling vervroegd uittreden (RVU)
Eerder stoppen met werken wordt ontmoedigd en soms zelfs extra fiscaal belast. Een RVU heeft als doel om een overbruggingsuitkering te bieden vanaf ontslagdatum tot de pensioendatum. Biedt een werkgever een dergelijke regeling aan zijn werknemers aan, dan is de werkgever hierover een eindheffing verschuldigd van 52%.
Indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan zal deze regeling tijdelijk versoepeld worden. Werkgevers krijgen de mogelijkheid om aan werknemers die bijna AOW-gerechtigd zijn een regeling aan te bieden waardoor ze eerder kunnen stoppen met werken. Tot een drempelbedrag van € 1.847 (2021) per maand per werknemer wordt deze uitkering niet gezien als een Regeling vervroegd uittreden (RVU). Dit bedrag is, na belastingheffing, gelijk aan de netto AOW-uitkering voor alleenstaanden. Een uitkering die meer bedraagt dan het drempelbedrag wordt voor het meerdere bij de werkgever extra belast met een heffing van 52%.
Aan deze tijdelijke regeling zijn de volgende voorwaarden verbonden:
- De regeling mag maximaal 3 jaar voor de AOW-datum ingaan.
- Deze mogelijkheid is tijdelijk. De uiterste datum waarop werkgevers en werknemers dit overeen kunnen komen is 31 december 2025. De laatste uitkering is dus uiterlijk 31 december 2028.
- Deze maatregel is met terugwerkende kracht op 1 januari 2021 in werking getreden.
Verlofsparen
Op dit moment kunnen werknemers maximaal 50 weken fiscaal gefaciliteerd vakantieverlof en compensatieverlof opsparen. De fiscale grens van 50 weken wordt verhoogd naar 100 weken. Deze weken kunnen worden ingezet om eerder met pensioen te gaan. Gespaard kan bijvoorbeeld worden uit overwerk, onregelmatigheidstoeslag en niet gebruikte bovenwettelijke vakantiedagen. Verlofsparen uit wettelijke vakantiedagen is niet mogelijk. Het gespaarde verlof meenemen naar een andere werkgever is ook niet mogelijk, omdat het verlof gekoppeld is aan de dienstbetrekking. Deze maatregel is met terugwerkende kracht op 1 januari 2021 in werking getreden.
Vrije opname en het pensioenakkoord
De 10% vrije opname is een van de zeven hoofdlijnen van het pensioenakkoord. Na bijna tien jaar overleg tussen sociale partners en de overheid is het zover: er ligt een pensioenakkoord voor vernieuwing van het pensioenstelsel in Nederland. De zeven hoofdlijnen van het pensioenakkoord, en de gevolgen die het heeft voor werkgevers, hebben we op een rij gezet.
Bekijk de andere hoofdlijnen
Bekijk onze webinars over de Wet toekomst pensioenen (Wtp)
Begin juni organiseerde Aon een aantal webinars naar aanleiding van de ontwikkelingen rond de Wet toekomst pensioenen (Wtp). Tijdens de informatiesessies hebben onze experts praktische inzichten gedeeld over de hervormingen van het pensioenstelsel en de impact hiervan op werkgevers en werknemers. Daarnaast hebben we gedurende de interactieve sessies ook veel goede vragen van de kijkers kunnen beantwoorde.
Via de onderstaande buttons kunt u de webinars op uw gemak nog eens rustig terugkijken. Als u daarna nog vragen heeft of direct een gesprek wilt met een van onze specialisten dan kunt u altijd contact met ons opnemen.
Kijk onze webinars terug