Netherlands

Regels en wijzigingen nabestaandenpensioen en partnerpensioen

 

De regels voor het nabestaandenpensioen wijzigen sterk als de Wet toekomst pensioenen (WTP) in werking treedt. Op de website van rijksoverheid lezen we dat er betere regels komen voor het nabestaandenpensioen, vooral voor het partnerpensioen bij overlijden voor de pensioendatum. Wij zien inderdaad meer duidelijkheid over de hoogte van het partnerpensioen, maar de kans dat er helemaal geen partnerpensioen is bij overlijden wordt ook groter.  

Duidelijke regels voor het partnerpensioen

Wanneer de wet in werking treedt moet het partnerpensioen bij ‘overlijden voor pensioendatum’ verzekerd worden. Tijdens het dienstverband is dan een partnerpensioen verzekerd tot maximaal 50% van het salaris. Voor wezen is dit 20%. Een belangrijke verbetering; de hoogte van het partnerpensioen is niet meer afhankelijk van het aantal dienstjaren maar van het salaris. Ook de inbouw van de AOW-franchise vervalt. Dit is met name voor de lagere inkomens gunstig.

Hoogte partnerpensioen kan sterk variëren

“Voor deelnemers is het hierdoor duidelijk welk bedrag de partner ontvangt bij overlijden”, stelt de wetgever. Maar het partnerpensioen kan sterk gaan variëren. Het percentage van 50% van het salaris is een maximum. Veel werkgevers zullen voor een lager percentage kiezen, zeker als de werkgever de totale premielast kostenneutraal wil omzetten. Bij wisseling van werkgever leidt dit tot (grote) verschillen in dekking. Het al opgebouwde partnerpensioen blijft ongewijzigd in stand. Hierdoor kan een werknemer straks een dubbel partnerpensioen ontvangen ten opzichte van de huidige situatie. Sociale partners staan voor de uitdaging te kiezen voor een passende oplossing. Voor inzicht in het nabestaandenpensioen zal een duidelijk pensioenoverzicht noodzakelijk blijven, net als goede communicatie hierover. 

Huilende weduwe aan de poort?

Iedere werkgever wil voorkomen dat bij overlijden van een werknemer, de partner zonder inkomen achterblijft. Onder de WTP zal er na uitdiensttreding geen dekking meer zijn. Het is niet meer toegestaan om een deel van het opgebouwde kapitaal uit te ruilen voor een partnerpensioen. Wel geldt de verplichting om de dekking gedurende drie maanden of gedurende de WW-periode voort te zetten. Na deze periode mag de dekking vrijwillig worden voortgezet door de ex-werknemer. De premie komt dan in mindering op het opgebouwde pensioenkapitaal. Wij voorzien dat er in veel situaties geen dekking zal zijn omdat ex-werknemers hier veelal niet actief voor kiezen of omdat dit kostbaar is. Pas na overlijden komt de partner er dan achter dat er geen partnerpensioen is. Ook na een echtscheiding is er straks geen partnerpensioen te verdelen. De alimentatie eindigt wel. Dit kan leiden tot (onvoorziene) inkomensproblemen. 

Geen restitutie van kapitaal bij overlijden

Veel verzekeraars en Premiepensioeninstellingen (PPI’s) kennen de bepaling dat bij overlijden, (90% van) het kapitaal ter beschikking komt voor (verhoging van het) partnerpensioen. Dit restitutiebeding mag in het nieuwe stelsel niet meer. De wetgever stelt dat dit een schijnveiligheid is, omdat het opgebouwd kapitaal vaak laag is. In plaats van recht op een klein kapitaal bij overlijden, ontstaat dan recht op een hoger ouderdomspensioen. 

‘Maak de keuze voor restitutiebeding mogelijk’

Het opgebouwde kapitaal voelt als een persoonlijk pensioenvermogen. Als dit bij overlijden niet ten gunste laten komt aan de nabestaanden, voelt dit voor werknemers vaak als onrechtvaardig. In de derde pijler komt het opgebouwde kapitaal bij overlijden wel ten goede aan de erven. Het zou consequent zijn om dit gelijk te trekken. Wij pleiten er daarom voor om de keuze voor een restitutiebeding mogelijk te maken.

Verbetering op hoofdlijnen, details kunnen beter

Concluderend wordt de berekening van het nabestaandenpensioen beter en eenvoudiger onder de WTP. Met name omdat de hoogte afhankelijk is van het salaris en niet meer van de dienstjaren. De hoogte zal echter nog steeds sterk fluctueren. Dit is afhankelijk van het gekozen percentage in de pensioenregeling en het reeds opgebouwde partnerpensioen. Door de keuze voor verplichte risicodekking wordt de kans groter dat er na uit dienst treding geen partnerpensioen verzekerd is en ook het kapitaal vervalt. Veelal zal niet gekozen worden voor voortzetting van de dekking bij uitdiensttreding. Om onvoorziene inkomensproblemen zo veel mogelijk te voorkomen, wordt goede communicatie over het partnerpensioen dus nog belangrijker dan het al was.

Naar aanleiding van dit artikel, publiceerde PensioenPro op 21 juni 2022:
‘Standaardisering partnerpensioen werkt niet bij verzekerde regeling en ppi’

Over de auteurs: 

Ellen Akkerman (senior client consultant) en Jolanda van Rooij (senior legal consultant) zijn werkzaam bij Aon, Wealth Solutions.