Buiten kaders denken noodzakelijk voor nieuw pensioenstelsel
Het pensioenstelsel staat onder grote druk. De dekkingsgraad van een aantal grote pensioenfondsen is penibel, de dreiging van kortingen is actueel. Tegelijkertijd groeien de angst én onvrede onder pensioendeelnemers van alle leeftijden over het huidige systeem. Hoe moet het nu verder?
In verschillende bedrijfstakken is in de cao-deelname aan een pensioenfonds vastgelegd. Werknemers betalen hoge premies aan de pensioenfondsen. Voor velen van hen is dit een black box: het bedrag zien ze terug op hun loonstrookje, maar ze weten niet of, wanneer en hoeveel van dit geld ze ooit terug zullen zien. We kunnen constateren dat het huidige pensioensysteem weinig liquide is.
We zitten vast in het systeem
Door de hoge premies is het voor medewerkers in sommige bedrijfstakken lastig om zelf nog geld te sparen. Het percentage aan premie dat betaald wordt, verschilt per bedrijfstak, maar van iemand met een modaal salaris kan maandelijks bijvoorbeeld zo’n € 150,- bruto ingehouden voor pensioen. Aanvullende verzekeringen (bijvoorbeeld voor arbeidsongeschiktheid) of een werkgeversbijdrage zijn dan nog niet eens meegenomen.
Het is zeer de vraag of dit de ideale situatie is. Het huidige pensioenstelsel gaat immers uit van een heel generalistisch beeld van pensioendeelnemers. We zitten vast in dit systeem. De praktijk is dat niet iedereen gelijk is. Moeten we niet kijken naar iemands individuele situatie en wat de beste manier is om de beschikbare middelen in te zetten? Zouden mensen niet liever iets eerder wat te besteden willen hebben, bijvoorbeeld voor een sabbatical? Willen mensen die in de bloei van hun leven zijn (met opgroeiende kinderen, een hoge hypotheek of huur) niet juist financieel wat ruimer zitten? Is het nodig dat iemand elk jaar na pensionering evenveel geld krijgt terwijl dat op latere leeftijd misschien helemaal niet meer nodig is? Het gaat om een andere verdeling van je persoonlijke financiële situatie tijdens je leven waardoor inkomsten, kosten en uitgaven meer in balans zijn.
Generatieverschillen
In de verplicht gestelde pensioenregelingen wordt iedereen over één kam geschoren. De premie is voor iedereen hetzelfde, de inhoud van de pensioenregeling is dat niet. De afgelopen jaren zien we dat pensioenregelingen steeds verder worden uitgehold (lagere opbouw, partnerpensioen op risicobasis, geen indexatie en zelfs een dreiging van korting) terwijl de premies veelal gelijk blijven of zelfs stijgen. Medewerkers krijgen zo het gevoel dat ze minder pensioen krijgen voor meer premie.
De gelijke pensioenregeling voor iedereen strookt niet met de persoonlijke situatie van mensen. Zo moeten jongere generaties hun hypotheek volledig aflossen, terwijl oudere generaties vaak een (gedeeltelijk) aflossingsvrije hypotheek hebben. Dat maakt een flink verschil voor de hoogte van het inkomen dat voor deze generaties na pensionering nodig is.
Voor generatie X (geboren vanaf 1961 tot 1980) speelt er nog een andere, vervelende paradox. Deze groep zag hun oudere collega’s die voor 1950 geboren waren veel eerder met pensioen gaan, dankzij voorzieningen zoals de VUT, het vroegpensioen, het overbruggingspensioen of een 40-jarenregeling. Deze mensen stopten veel eerder dan de toenmalige AOW-leeftijd van 65 jaar met werken. Generatie X ziet nu hun eigen AOW-leeftijd steeds verder naar achteren verschuiven. Bij iedere wijziging hiervan, ontstaat het gevoel dat hen iets wordt afgenomen.
Een andere benadering: het volledige plaatje
Het huidige pensioenstelsel lijkt toe aan een grondige herziening. Ouderen maken zich al jaren zorgen dat hun pensioenen niet geïndexeerd worden en hun koopkracht daarmee achteruit gaat. Inmiddels dreigen zelfs kortingen op hun pensioen. Ook jongeren zijn ontevreden. Velen van hen kampen met een flinke studieschuld en om een huis te kunnen kopen moeten zij veel eigen geld inbrengen. Vervolgens moeten ze de woning voor 100% aflossen, zien ze hun pensioenpremie continu stijgen en de pensioenopbouw versoberd worden.
Het is daarom beter om te kijken naar een combinatie van zorg, wonen en pensioen. Het volledige plaatje dus, zodat je nu en straks genoeg inkomen hebt om in het levensonderhoud te voorzien. Er is daarnaast behoefte aan een houdbaar pensioensysteem, maar in feite bestaat dit al in de vorm van het inzetten van een zogenaamde beschikbare premieregeling waarbij de eisen rondom buffers niet meer aan de orde zijn, zoals dat nu bij de pensioenfondsen wel het geval is.
Om tot zo’n regeling te komen, is het nodig de afgesproken zekerheden en verwachte indexatie van het pensioen los te laten. Deze blijken steeds moeilijker na te komen, vervolgens worden de regels verzwaard en zo komen we terecht in een vicieuze cirkel.
Naar een simpeler en effectiever pensioensysteem
Een nieuw pensioensysteem kan bestaan uit individuele pensioenpotten op basis van een beschikbare premieregeling. Zo’n systeem biedt niet automatisch dezelfde uitkomsten als het huidige - het uiteindelijke pensioen kan hiermee zowel hoger als lager uitpakken. Een verdere stap, die door sommige ondernemingen al wordt toegepast, is om de beschikbare premie als flexbudget in te zetten en niet te gebruiken voor een toekomstige, gelijkblijvende uitkering. Zo wordt beter ingespeeld op de wensen en behoeftes van alle (generaties) medewerkers.
Het bedrag om de toekomstige indexaties van het systeem af te kopen, kan in principe in één keer worden gemaakt als eenmalige uitkering uit onze pensioenpot van ruim € 1.400 miljard. Dit bedrag komt dan niet alleen voor gepensioneerden, maar ook voor werkenden beschikbaar, bijvoorbeeld met een fiscaal vriendelijk percentage als de (gewezen) deelnemer de waarde direct als financiering wil inzetten om zijn of haar hypotheek te verlagen. Als tegenprestatie doen alle gepensioneerden en (gewezen) deelnemers afstand van alle toekomstige indexaties. Op deze manier is het mogelijk om het huidige, achterhaalde systeem te vervangen voor een houdbaar pensioensysteem.
Hoe kunnen we ervoor zorgen dat mensen in alle fases van hun leven voldoende inkomen hebben om te voorzien in hun wensen en behoeften? Kan er voor medewerkers niet meer flexibiliteit komen in plaats van hen nu te dwingen om volledig pensioen op te bouwen terwijl de inkomsten hard nodig zijn voor andere doeleinden en terwijl ze straks na pensionering minder nodig hebben?
Laten we verder kijken dan de gebaande paden. Het pensioendossier moet niet worden losgeknipt; het gaat juist om de samenhang van inkomen, wonen en zorg. Vanuit dat perspectief én met wat durf van de politiek, vakbonden en werkgevers kan Nederland zijn pensioensysteem moderniseren vanuit het belang van álle betrokkenen.
Dit artikel is 21 mei 2019 gepubliceerd in Pensioen, Bestuur en Management.