Netherlands

Dekkingsgraad lager in juli door dalende rente

 

- Kortingen een steeds meer realistisch scenario

Rotterdam, 1 augustus 2019 - De gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen is in juli gedaald naar 102%. Na de daling in de eerste helft van het jaar is de rente in juli verder teruggelopen. De aandelenbeurzen noteerden positieve resultaten. De beleidsdekkingsgraad, die leidend is voor kortingen en indexatie, liep terug naar 106%.

Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon, wereldwijd dienstverlener op het gebied van risk, retirement en health, die dagelijks de hoogte van de gemiddelde dekkingsgraad bijhoudt.

De beleidsdekkingsgraad, gebaseerd op de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden, daalde eind juli naar 106%. Deze dekkingsgraad is hoger dan het wettelijk vereiste minimum van 104,3%, maar een aantal fondsen zit onder die grens. De beleidsdekkingsgraad zal de komende maanden nog verder teruglopen, omdat de hogere dekkingsgraden van de tweede helft van 2018 dan niet meer worden meegewogen voor dit gemiddelde. Mogelijke kortingen aan het einde van 2019 en 2020 zijn daardoor niet van de baan. Sterker nog, met de flinke keldering in mei, de uitblijvende stijging in juni en verdere daling in juli worden kortingen een steeds meer realistisch scenario.

Rente gedaald, verplichtingen gestegen

In juli is de rente met gemiddeld ruim 15 basispunten gedaald. De Ultimate Forward Rate (UFR), waarmee pensioenfondsen de waarde van hun toekomstige verplichtingen berekenen, dempte het effect van de dalende rente een klein beetje en is 2,2%. Door de rentedaling nam de waarde van de verplichtingen per saldo met circa 4% toe.

Vermogen pensioenfondsen gestegen

Het vermogen van pensioenfondsen is in juli gestegen. Gesteund door uitlatingen van de ECB daalde de rente en reageerden de financiële markten enthousiast op de toekomstige verruiming van het monetair beleid en de mogelijke herinvoering van het kwantitatieve verruimingsbeleid. Daarnaast kondigde de Federal Reserve (Fed) voor het eerst in tien jaar een verlaging van de rente aan van 25 basispunten, naar een bandbreedte tussen de 2,0% en 2,25%. Alle risicovolle beleggingen stegen deze maand in waarde. De aandelenindex van ontwikkelde markten steeg met 2,8% en die van opkomende markten met 1,0%. Credits en high yield lieten positieve resultaten zien van respectievelijk 1,4% en 0,6% vanwege het dalend kredietrisico en de dalende rente. Daardoor nam de waarde op langlopende staatsobligaties ook flink toe. De totale vastrentende portefeuille steeg met ruim 3%. Per saldo steeg de portefeuille met ongeveer 3% in waarde.

Kortingen niet van de baan

Mogelijke kortingen aan het einde van 2019 en 2020 zijn, ondanks het pensioenakkoord, nog niet van de baan. Fondsen die al vijf jaar te maken hebben met onderdekking en aan het eind van dit jaar een dekkingsgraad lager dan 100% hebben, moeten de pensioenen korten om op 100% dekkingsgraad te komen. Daarnaast speelt nu ook het risico op onvoldoende herstelvermogen, dat volgend jaar al tot kortingen kan leiden. “Kortom: de komende vijf maanden bepalen voor diverse pensioenfondsen of en hoeveel ze moeten gaan korten”, zegt Frank Driessen, Chief Executive Officer van Aon Retirement & Investment.

De andere kant van de medaille: indexatie

Dankzij het pensioenakkoord wordt indexatie sneller mogelijk. Fondsen mogen al met een dekkingsgraad van boven de 100% gaan indexeren. Het gemiddelde pensioenfonds zou met de huidige dekkingsgraad daarvoor twee procentpunt ruimte hebben. Volgens Driessen is het nog maar de vraag of bestuurders van pensioenfondsen überhaupt besluiten om te gaan indexeren, ook al zou er nu enige ruimte zijn. Driessen: "In het pensioenakkoord staat namelijk dat de huidige buffers een financieringsbron zijn voor de transitie naar een nieuw stelsel. Dus de langverwachte indexatie kan nog op zich laten wachten als de buffers eerst op een andere manier ingezet moeten worden".