Kwart van de werkgevers zet dit jaar streep door alle zakelijke reizen
- In 2020 maar liefst 87% van de internationale zakenreizen geannuleerd
- Driekwart van de werkgevers verwacht dat het aantal langdurige internationale reizen gelijk blijft of iets zal afnemen
Rotterdam, 10 maart 2021 - Het afgelopen jaar zijn maar liefst 87% van de internationale zakelijke reizen geannuleerd als gevolg van de coronapandemie. Bij de overige reizen die wel doorgang vonden (13%), ging het om zakelijk essentiële reisbewegingen. Ondanks dat er inmiddels steeds meer duidelijkheid is over mogelijkheden en beperkingen rondom COVID-19 vanuit overheden en door een toenemend aantal vaccinaties, zijn werkgevers ook dit jaar nog zeer terughoudend met hun plannen voor internationale reizen en uitzendingen. Zo is een kwart van de werkgevers vooralsnog helemaal niet van plan om zakelijke reizen te plannen, ook niet als het zakelijk essentieel is en/of om reizen in eigen land gaat.
Dit blijkt uit het rapport Internationaal uitzenden van medewerkers in 2021 van Aon, wereldwijd dienstverlener op het gebied van risico-, pensioen- en gezondheidsoplossingen. Hiervoor onderzocht Aon in de periode oktober 2020 tot en met januari 2021 onder ruim honderd werkgevers uit verschillende sectoren hoe zakelijke reisbewegingen zich ontwikkelen in 2021, hoe internationale medewerkers gemotiveerd blijven en wat de grootste uitdagingen voor werkgevers op het gebied van reizen en langdurige uitzendingen zijn.
Werkgevers wegen internationale reizen zorgvuldiger af
Doordat veel sectoren door de coronapandemie thuiswerken, komen zakenreizen logischerwijs ook onder een vergrootglas te liggen bij de werkgever. Zij willen per slot van rekening medewerkers alleen laten reizen als dat veilig en verantwoord is. Buiten het feit dat reizen moeilijker wordt aangezien veel landen een inreisverbod hebben of er lokale reisbeperkingen gelden, kiezen werkgevers in 2021 er bewust voor om zakelijke reizen tijdelijk te staken om te zien hoe de coronapandemie zich ontwikkelt. Welzijn van werknemers is nog meer topprioriteit geworden.
Bijna alle werkgevers (90%) verwachten dat het aantal zakenreizen na COVID-19 niet meer boven het niveau komt van 2019. Aan de ene kant hangt het af van de eigen continuïteit en aan de andere kant zien werkgevers nieuwe uitdagingen om medewerkers weer verantwoord te laten reizen. Ook zal niet iedereen staan te springen om een korte uitzending of zakelijke reis naar een verhoogd risicogebied te maken. “Op zich is dat ook niet vreemd aangezien zij een hoger risico lopen en daarna misschien wel in verplichte thuisquarantaine moeten”, vertelt Arno Rietveld, senior consultant van Aon’s International People Mobility.
Langdurige uitzendingen lijken minder te lijden onder de coronapandemie
De verwachtingen van werkgevers op het gebied van langdurige buitenlandse reizen en uitzendingen laten een andere beweging zien. Zo verwacht ruim een derde van de werkgevers dat deze gelijk blijven en verwacht 40 procent dat langdurige uitzendingen juist redelijk gelijk zullen blijven of licht zullen afnemen. COVID-19 lijkt dan ook in mindere mate invloed te hebben op de langdurige internationale uitzendingen vergeleken met de korte uitzendingen of zakenreizen. Waar normaal gesproken regelmatig werd gewisseld met expats en langdurige uitzendingen, is dat tijdens de coronapandemie bijna tot stilstand gekomen.
Sommige werkgevers kijken kritischer naar langdurige uitzendingen. Een kwart geeft aan dat deze juist fors zullen afnemen. Aan de ene kant lijkt die kostengedreven en aan de andere kant is die houding gedreven door de wens om de positie van deze specifieke groepen medewerkers te heroverwegen. Door de zware financiële tijd die bedrijven nu doormaken, zijn zij genoodzaakt de inrichting van hun organisatie tegen het licht te houden en wellicht anders in te delen. Rietveld: “We verwachten dan ook dat werkgevers steeds meer op zoek gaan naar lokaal talent of andere minder dure alternatieven. Verder zien we ook dat medewerkers zelf kritisch zijn om te beginnen aan een langdurige uitzending, bijvoorbeeld vanwege de moeilijkheid om tijdens de coronapandemie weer terug naar het thuisland te gaan.”