Dekkingsgraden pensioenfondsen lopen terug
- Turbulente tijden: slechte aandelenresultaten doen positieve effecten van stijgende rente verdampen
- Indicatieve gemiddelde dekkingsgraad blijft hoog
- Koopkracht gepensioneerden grote zorg
- Nieuwe sterftetafel zorgt ook voor kleine min
ROTTERDAM, 3 oktober 2022 – De indicatieve* gemiddelde dekkingsgraad van Nederlandse pensioenfondsen is in september teruggelopen naar 122 procent. Een wederom forse stijging van de rente over september vertaalt zich, in combinatie met slechte aandelenresultaten, in een dalende dekkingsgraad. De rentestijging zorgde voor een flinke afname van de verplichtingen, maar de daling in de aandelen- en vastrentende waardenportefeuille was nog groter.
Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon, wereldwijd professioneel dienstverlener op het gebied van risico-, pensioen- en gezondheidsoplossingen, die dagelijks de hoogte van de gemiddelde dekkingsgraad bijhoudt. De indicatieve beleidsdekkingsgraad, gebaseerd op de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden, steeg in september naar 118%. Dit biedt ruimte voor indexatie. Met deze hogere dekkingsgraden lijkt de urgentie voor een ander pensioenstelsel ineens veel minder groot.
Turbulente tijden voor beleggers
September stond vrijwel volledig in het teken van renteverhogingen van centrale banken om de extreem opgelopen inflatie te bestrijden. De inflatie in de eurozone bedroeg tot en met augustus 9,1%, terwijl de energie- en voedselprijzen recordhoogtes bereikten. De druk op de energieprijzen nam verder toe door het sluiten - en later ook de sabotage - van de Nord Stream 1 en 2 gaspijpleidingen. Hoewel in augustus de inflatie in de VS en het VK iets afnam, kampen beide landen met een inflatie van 8,5% respectievelijk 9,9%.
De Europese Centrale Bank (ECB) verhoogde haar rentetarieven met 75 basispunten tot 0,75%. Tevens gaf de ECB voor de komende maanden verschillende renteverhogingen aan om de inflatie terug te brengen tot de doelstelling van de bank van 2%. Zo verhoogde de Fed eveneens de rente met 75 basispunten tot een bandbreedte van 3-3,25%. Fed-voorzitter Jerome Powell gaf aan dat het monetaire beleid ‘restrictief of langer restrictief’ moet zijn om de stijgende inflatie in bedwang te houden en ook een recessie uit te sluiten. De Bank of England (BoE) verhoogde haar benchmarkrente met 50 basispunten tot 2,25%. Vanwege de door de nieuwe premier van het VK, Truss, aangekondigde economische maatregelen om de economie een impuls te geven, moest de BoE opnieuw ingrijpen door het Britse pond te steunen, dat het vertrouwen van de markt verloor.
Het sentiment op de financiële markten was slecht door de fors stijgende rente en het afnemende besteedbare inkomen als gevolg van de hoge energieprijzen die versterkt worden door de sterkere Amerikaanse dollar. De Europese Unie (EU) stelde voor om 140 miljard euro op te halen door een windfall tax op te leggen op de inkomsten van energiebedrijven, om consumenten te ontlasten van de gevolgen van stijgende energiekosten.
Hoge inflatie, verkrapping van monetair beleid, oplopende rente en toenemende kans op recessie lieten alle beleggingen dalen. Het rendement van wereldwijde aandelen daalde met 8%. Aandelen ontwikkelde markten daalden met ongeveer 7,7% en de aandelen emerging markets zelfs met ruim 9%. Vastgoedaandelen deden het met minus 10% slecht op sterk gestegen rente en angst voor een recessie. In de obligatieportefeuille namen tevens de kredietrisico's toe en dat vertaalde zich naar negatieve rendementen op bedrijfsobligaties (-3,3%) en high yield (-4,9%). De lange rente steeg waardoor de gehele vastrentende portefeuille met ongeveer 8,5% daalde. Op totaalniveau daalde de portefeuille met ongeveer 8%.
Swaprente gestegen, verplichtingen gedaald
Na forse stijgingen in augustus, bleef de rente ook in september stijgen. Over de eerste 40 jaar steeg de rentecurve met ongeveer 44 basispunten. Door de hogere rente zijn de verplichtingen gedaald. Per saldo daalden de verplichtingen met ruim 6%. In september is de nieuwe prognosetafel gepubliceerd. Naast de positieve effecten van de gestegen rente was er in september een kleine tegenvaller voor de pensioenfondsen; er werd een nieuwe sterftetafel gepubliceerd door het Koninklijk Actuarieel Genootschap. De hogere inschatting van de levensverwachting leidt voor een gemiddeld pensioenfonds tot ongeveer 0,8% stijging van de voorziening pensioenverplichtingen. De verschillen per fonds zijn relatief beperkt. Voor pensioenfondsen met een gemiddeld wat jonger deelnemersbestand zal de stijging waarschijnlijk een paar tienden van procenten groter zijn. Per saldo is er met verwerking van de nieuwe sterftetafel sprake van een daling van de verplichtingen van ruim 5%.
Turbulente tijden – zorgen blijven
Afgelopen maand werd een nieuw record gebroken: de inflatie over september bedroeg 17,1%. Belangrijkste driver voor deze flinke stijging zijn de hoge energieprijzen. “De druk om de aanvullende, met name kleine pensioenen ook te verhogen, wordt alleen maar groter”, zegt Frank Driessen, CEO van Aon’s Wealth Solutions Nederland. “Met de torenhoge inflatie is de koopkracht van gepensioneerden een grote zorg. Met de huidige hoge dekkingsgraden is het moeilijk uit te leggen als daar dan niet een indexatie uit toegekend wordt, terwijl vooral bij de lagere inkomens het water aan de lippen staat. Wij verwachten echter niet dat fondsen de volledige inflatie kunnen compenseren”, aldus Driessen. “Zo veel dekkingsgraadruimte is er simpelweg niet. Fondsen willen daarnaast graag een buffer achter de hand houden voor de overgang naar het nieuwe stelsel. Wel zien we dat met deze torenhoge inflatie fondsen die eerst geen gebruik wilden maken van de Algemene Maatregel van Bestuur, die extra indexatiemogelijkheden biedt voor 2022, dat nu heroverwegen. Wij verwachten dat veel fondsen in deze laatste maanden toch gaan besluiten om extra te indexeren. De ontwikkeling van de dekkingsgraad van de pensioenfondsen blijft erg spannend de komende maanden”, zegt Driessen, “er is zo veel aan de hand in de wereld, dat dit het erg moeilijk maakt voor pensioenfondsen om weloverwogen beslissingen te nemen”.
Uitstel waarschijnlijk
Inmiddels is het wetgevingsproces in volle gang. Gezien de grote hoeveelheid vragen die er gesteld is, worden er nog drie volledige overlegdagen gepland. De plenaire behandeling van het wetsvoorstel is gepland na het herfstreces. Daarna moet een en ander ook nog in de Eerste Kamer behandeld worden. Al met al lijkt het steeds waarschijnlijker te worden dat de datum van 1 januari 2023 niet gehaald wordt. Dit mede na de uitspraak van de minister dat deze datum wat haar betreft niet heilig is. “Wij verwachten niet dat van uitstel afstel komt”, zegt Driessen. “Inmiddels lijkt het ‘point of no return’ bereikt. En dat is ook goed. Veel fondsen zijn zich aan het voorbereiden en uiteindelijk is de hele sector gebaat bij een nieuw pensioenstelsel dat past bij de ontwikkelingen binnen de samenleving.”
* Aon houdt op dagbasis de dekkingsgraad bij van het geschatte gemiddelde Nederlandse pensioenfonds. Zowel de beleggingsrendementen als de rentetermijnstructuur worden op dagbasis aangepast aan de ontwikkelingen op de financiële markten. Ook geven wij de benodigde dekkingsgraad weer. Samen zegt dit iets over de kwaliteit van de financiële positie van het gemiddelde fonds. Dit geeft een goede indicatie van de ontwikkelingen bij de pensioenfondsen in Nederland. De samenstelling van de pensioenfondsen in Nederland is heel divers. Van hele grote fondsen als het ABP en Pensioenfonds Zorg en Welzijn tot kleine pensioenfondsen met soms maar enkele deelnemers. Aon heeft de samenstelling van het gemiddelde pensioenfonds gebaseerd op door De Nederlandsche Bank (DNB) en andere partijen gepubliceerde karakteristieken. Hier zit een vertraging in, omdat de statistieken altijd een maand achter lopen. De gemiddelde dekkingsgraad van Aon betreft een inschatting van de gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen. Wij gebruiken een prognosemodel. De werkelijke gemiddelde dekkingsgraad kan en zal afwijken van deze inschatting. Voor de werkelijke gemiddelde dekkingsgraad verwijzen wij naar de statistieken van DNB.