Flinke stijging dekkingsgraden in maart – hoogste stand sinds ruim 10 jaar
- Stijging rente zorgt voor flinke stijging dekkingsgraad
- Impact conflict op beleggingsportefeuille beperkt
- Urgentie voor nieuw stelsel minder groot?
Rotterdam, 1 april 2022 – Een sterke stijging van de rente over maart vertaalt zich ook in een flinke stijging van de dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen over maart. De indicatieve* gemiddelde dekkingsgraad is in maart gestegen van 114% naar 120%. Dit is de hoogste stand sinds ruim 10 jaar. Aandelen en commodities stegen eveneens flink, ondanks de spanningen in de wereld. Deze stijging compenseerde zo de daling van vastrentende waardenportefeuille. De beleggingsportefeuille bleef daardoor per saldo op zijn plaats. De verplichtingen daalden fors door de gestegen rente.
Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon, wereldwijd dienstverlener op het gebied van risico-, pensioen- en gezondheidsoplossingen, die dagelijks de hoogte van de gemiddelde dekkingsgraad bijhoudt.
De indicatieve beleidsdekkingsgraad, gebaseerd op de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden, steeg in maart naar 112%. Zo komen indexaties in beeld, en met deze hogere dekkingsgraden lijkt de urgentie voor een ander stelsel ineens veel minder groot.
Aandelenportefeuille toont herstel na forse daling
In maart werd het conflict in Oost-Europa steeds heviger. Om tegenwicht te bieden werden de sanctiemaatregelen uitgebreid. MSCI en FTSE Russell verwijderden "niet-belegbare" Russische aandelen uit hun indices voor opkomende markten. Ondertussen maakten westerse landen zich zorgen over de afhankelijkheid van gas en olie. De prijzen voor ruwe Brent-olie stegen naar het hoogste niveau sinds 2008 toen ruwe olie de $ 139 per vat bereikte. De VS verbood de Russische olie- en gasimport. De Europese Unie gaf aan dit jaar de afhankelijkheid van Russische energie met tweederde te verminderen.
Door de oplopende kosten van transport, energie en voedsel liep de inflatie sterk op. Dit had een stuwend effect op de rente deze maand. De Europese Centrale Bank (ECB) kondigde aan dat ze de aankoop van activa komende maanden terugbrengt en dit mogelijk tegen het derde kwartaal dit jaar wil beëindigen. De Amerikaanse Federal Reserve (Fed) verhoogde haar referentierente met 25 basispunten tot een doelbereik van 0,25%-0,50%. Fed voorzitter Powell, gaf aan dat de Fed bereid is om het monetaire beleid sneller te verkrappen en mogelijk verder gaat met een renteverhoging van 50 bp om de stijgende inflatie aan te pakken. Beleggers reageerden positief op het besluit van de Fed.
China legde strikte lockdowns op in grote steden, waaronder het technologiecentrum Shenzhen. In China zagen we de grootste toename van Covid-19-gevallen sinds het begin van de pandemie, waardoor de angst voor verdere verstoring van de wereldwijde toeleveringsketen toeneemt.
Uiteindelijk wisten de aandelen van ontwikkelde markten bijna 5% te stijgen terwijl de aandelen van opkomende markten door lockdowns in China met ruim 1% daalden. Door de gestegen prijzen van olie, gas, tarwe et cetera stegen grondstofbeleggingen met ruim 8%. De verdere toename van de inflatie en de rente zorgde voor negatieve rendementen op bedrijfsobligaties (-1,2%) en emerging market debt (ongeveer -3%). De lange rente steeg, waardoor de gehele vastrentende portefeuille met bijna 6% daalde. Op totaalniveau behaalde de portefeuille een klein plusje met een rendement van 0,2%.
Swaprente fors gestegen, verplichtingen gedaald
De rente steeg fors in maart, de 30-jaarsrente bereikte een niveau van 1,0%. Over de eerste 40 jaar steeg de rentecurve met gemiddeld 32 basispunten. Door de hogere rente zijn de verplichtingen gedaald. Per saldo daalden de verplichtingen met ruim 5%.
Urgentie nieuw stelsel
Met deze klinkende dekkingsgraden ontstaat onmiddellijk de vraag of het nog wel nodig is om naar een nieuw stelsel te gaan. Immers, nu er eindelijk indexatie in zicht is, waarom dan deze ingrijpende wijziging doorzetten? Frank Driessen, CEO Wealth Solutions: “Wij denken dat het verstandig is om wel over te gaan naar het nieuwe stelsel en de vaart daarin te houden. De huidige situatie is een momentopname: de markten zijn erg volatiel en de onzekerheden over de ontwikkelingen in de wereld zijn groot. Met het nieuwe stelsel wordt het pensioen persoonlijker en transparanter. Daarnaast worden er niet meer onnodig buffers aangehouden, die niet ten gunste van de deelnemers komen. Met een beleidsdekkingsgraad van 112% kan er nog slechts een stukje geïndexeerd worden, amper 15% van de prijsinflatie. Bij de huidige hoge inflatie is dat nog een veel kleiner stukje. Juist in het nieuwe stelsel zou een veel grotere verhoging toegekend kunnen worden.”
Inflatie
Er zijn toenemende zorgen over de opgelopen inflatie, inmiddels al 11,9% in de maand maart, en in hoeverre het nieuwe stelsel inflatierisico’s op kan vangen. Kamerlid Omtzigt heeft om een analyse hiervan gevraagd. Gisteren kwam dit onderwerp ook ter sprake in het commissiedebat over pensioenonderwerpen. In de Memorie van Toelichting op de Wet Toekomst Pensioenen wordt een nieuwe mogelijkheid genoemd om het inflatierisico af te dekken in het nieuwe stelsel, namelijk door de inflatie mee te nemen in het beschermingsrendement. Ook kan het inflatierisico via de solidariteitsreserve lopen. “Wij zien binnen het nieuwe stelsel meer mogelijkheden om het inflatierisico af te dekken”, zegt Driessen. “Waar in het huidige stelsel het aanhouden van inflatiebeschermende producten eerder afgestraft wordt, kan er in het nieuwe stelsel een zekere mate van inflatiebescherming toegepast worden.”
Volatiliteit
Met de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) om dit jaar nog te kunnen indexeren komt er ruimte voor fondsen om eerder te kunnen indexeren. Het is de vraag in hoeverre fondsen hier gebruik van gaan maken, zeker gezien de oplopende dekkingsgraden. Deze maand illustreert ook de beweeglijkheid van de dekkingsgraad. Er is sprake van een grote afhankelijkheid van marktontwikkelingen. Eén negatieve maand kan het herstel van de dekkingsgraad al teniet doen en daarmee indexatiemogelijkheden negatief beïnvloeden. “Het zijn roerige tijden en voor pensioenfondsen blijft het spannend hoe ontwikkelingen zich vertalen in de dekkingsgraad”, zegt Driessen. “Wij wensen pensioenfondsen veel wijsheid in de lastige afwegingen die zij op dit moment moeten maken, zoals het al dan niet eerder overgaan tot indexatie.”