Netherlands

Nieuwe Prognosetafel kleine tegenvaller voor pensioenfondsen

 
  • Dekkingsgraad pensioenfondsen daalt met zo’n 1%
  • COVID-19 heeft beperkte impact op levensverwachting

ROTTERDAM, 14 september 2022 – Pensioenfondsen moeten rekening houden met een kleine tegenvaller. De nieuwe Prognosetafel (AG Prognosetafel 2022) die het Koninklijk Actuarieel Genootschap (AG) dinsdag publiceerde, leidt namelijk tot een gemiddelde stijging van hun pensioenverplichtingen van iets minder dan 1%. Daardoor daalt de dekkingsgraad met ongeveer 1%.

Dat concludeert Aon, wereldwijd professioneel dienstverlener op het gebied van risico-, pensioen- en gezondheidsoplossingen, op basis van eigen berekeningen gebaseerd op de nieuwe Prognosetafel.

Het AG becijferde dat de levensverwachting in Nederland blijft stijgen en sneller dan eerder werd verwacht. Voor de prognose gaat het AG uit van sterftewaarnemingen in Europese landen met een vergelijkbaar welvaartsniveau, met een specifieke aanpassing voor de Nederlandse sterfte. Op basis van historische waarnemingen wordt verwacht dat de levensverwachting van vrouwen in Nederland wat harder stijgt dan de levensverwachting van mannen in Nederland. Verder is de berekeningsmethodiek voor de sterftekansen voor hoge leeftijden (boven de 90 jaar) aangepast, wat ook een verhogend effect heeft op de levensverwachting. De levensverwachting heeft invloed op de toekomstige uitgaven van pensioenfondsen en daarmee op hun dekkingsgraad.

De levensverwachting voor een 0-jarige stijgt voor de mannen van 89,5 naar 90,0 jaar en voor de vrouwen van 91,9 naar 92,8 jaar.

Als Nederlandse pensioenfondsen nu overgaan naar de nieuwe Prognosetafel, zou de gemiddelde dekkingsgraad met circa 1 procentpunt dalen naar 127%.

Coronacrisis is slechts beperkt meegenomen in Prognosetafel
De coronacrisis heeft in 2020 en 2021 geleid tot meer sterfte dan normaal, zogenoemde oversterfte. Er is wereldwijd vastgesteld dat het COVID-19-virus zorgt voor een grotere kans op sterfte voor ouderen. Ook jongeren kunnen ernstig ziek worden en langdurige klachten houden, maar overlijden van mensen jonger dan 55 jaar door dit virus komt vrijwel niet voor. Daarom is in de nieuwe Prognosetafel alleen voor 55-plussers rekening gehouden met de effecten van COVID-19.

Volgens analyses van Aon ligt de sterfte (tot en met juli) in 2022 onder gepensioneerden boven de 80 jaar 7% hoger dan verwacht. Onder de bevolking jonger dan 65 jaar was de sterfte juist circa 7% lager dan verwacht. Per saldo is er sprake van een oversterfte van circa 3% voor de gehele Nederlandse bevolking over de eerste zeven maanden van 2022. Vanuit de Tweede Kamer is er gevraagd naar een onafhankelijk onderzoek naar deze oversterfte onder 80-plussers. Dit onderzoek is echter nog niet van de grond gekomen.

Uit de publicatie van het AG blijkt dat er nog veel onzekerheden zijn inzake COVID-19 en de impact daarvan op de levensverwachting. Leidt dit virus tot hogere sterftekansen voor de toekomst? Het is ook mogelijk dat ouderen die het virus overleefd hebben een grotere weerstand hebben opgebouwd en daardoor juist een hogere levensverwachting hebben. Bekend is dat na een periode van oversterfte vaak een periode van ondersterfte volgt. Voor pensioenfondsen is van belang hoe de coronacrisis doorwerkt in de levensverwachting die tot uitdrukking komt in de Prognosetafel. De experts van het AG vinden dat er op dit punt veel onzekerheid is en hebben de impact van COVID-19 op de levensverwachting zeer beperkt ingeschat. “Er is te veel onzekerheid over hoe dit virus zich ontwikkelt en daarom is de coronacrisis zeer beperkt meegenomen in de Prognosetafel van het AG, een aanpak die wij kunnen begrijpen”, zegt Frank Driessen, CEO Aon Wealth Solutions in Nederland. “De titel van de publicatie van het AG luidt ‘Langer leven in onzekere tijden’. Hiermee wordt in feite aangegeven dat de levensverwachting stijgt, maar ook dat er nog grote onzekerheid is rondom de COVID-effecten en de mogelijke kans op een nieuwe pandemie.”

Gevolgen voor de AOW-leeftijd
In het pensioenakkoord is afgesproken dat de AOW-leeftijd minder hard gaat stijgen. Momenteel is de AOW-leeftijd gelijk aan 66 jaar en 7 maanden. Daarna stijgt de AOW-leeftijd in stappen naar 67 jaar in 2024 en in 2025 blijft deze 67 jaar. Er is afgesproken om daarna de AOW-leeftijd minder snel te laten stijgen dan de ontwikkeling van de levensverwachting. Elk jaar dat de levensverwachting toeneemt, wordt de AOW-leeftijd met acht maanden verhoogd.

De vaststelling van de AOW-leeftijd gaat op basis van de CBS-tabellen. Voor 2026 en 2027 is al vastgesteld dat de AOW-leeftijd 67 jaar blijft. Uitgaande van de door het AG verwachte ontwikkeling van de levensverwachting zal de AOW-leeftijd in de toekomst iets harder stijgen. Door het pensioenakkoord en de gewijzigde trend in de levensverwachting is de verwachte AOW-leeftijd in 2040 gelijk aan 68 jaar.

Verdere lichte stijging van de premie
In 2021 was er bij veel fondsen sprake van een premieverhoging en/of versobering van de pensioenregeling. Fondsen moesten vanaf 2021 bij hun premiestelling namelijk met een lager rendement op zakelijke waarden rekening houden als gevolg van het advies van de Commissie Parameters dat in 2019 is overgenomen door het kabinet. Voor veel fondsen viel dit samen met de vijfjaarlijkse aanpassing van het verwachte obligatierendement. Door de gedaalde rente is ook het verwachte obligatierendement afgenomen.

De publicatie van de nieuwe sterftetafel zal leiden tot een verdere stijging van de premie. De inschatting is dat de premies hierdoor gemiddeld met circa 1% zullen stijgen. Hierdoor neemt de premiedruk voor werkgevers verder toe.