Dekkingsgraden in juli verder gestegen
- Stijgende rente zet aan tot verdere stijging dekkingsgraad
- Wtp: druk neemt toe
Rotterdam, 1 augustus 2023 - De stijging van de rente ten gevolge van het monetair beleid heeft de dekkingsgraden in juli fors op doen lopen. De rentestijging van juni wordt hiermee bekrachtigd. De rentestijging in combinatie met positieve aandelenrendementen zorgden ervoor dat de indicatieve* gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen in juli steeg naar 122%. Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon, wereldwijd dienstverlener op het gebied van risico-, pensioen- en gezondheidsoplossingen, die dagelijks de hoogte van de gemiddelde dekkingsgraad bijhoudt.
De indicatieve beleidsdekkingsgraad, gebaseerd op de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden, bleef in juli stabiel op 120%.
Vermogen en korte rente gestegen
Wereldwijde aandelen hebben de laatste tijd een sterke periode achter de rug. Deze periode leek in juli te eindigen met in het begin van de maand aankondigingen van de Fed en ECB dat extra renteverhogingen in de toekomst nodig zijn om de hoge inflatie te beteugelen, waardoor de rente snel opliep. Zo steeg de Nederlandse 10 jaars rente snel tot boven de 3%. Daarnaast werd de stemming gedrukt door de spanningen tussen Amerika en China. Dit was onder andere over de beperking van de nieuwste chipmachines van ASML en de tegenreactie van China met een mogelijke beperkingen op de levering van zeldzame aardmetalen. Bovendien werd de olieproductie verder verlaagd door de OPEC+, wat eveneens negatieve impact kan hebben op toekomstige groei.
Inflatieverwachtingen zorgden voor veel volatiliteit op de rentemarkten. Dit zorgde er ook voor dat de rente op staatsobligaties weer fors daalde tot bijna 2,65%, om op 2,8% in deze maand te eindigen. Het inflatienieuws verbeterde doordat niet alleen de inflatie, maar ook de kerninflatie in Amerika en Europa daalde. Beide centrale banken verhoogden de beleidsrente met 0,25%.
In dit klimaat wisten aandelen van ontwikkelde landen met 2,4% te stijgen, terwijl aandelen van opkomende landen 5,1% beter presteerden. Hoewel het inflatienieuws verbeterde, steeg de rente gedurende de maand. Dit had een negatief effect op de vastrentende portefeuille. De meer risicovolle obligaties zoals credits (1,1%), high yield (1,6%) en emerging markets local currency (2,1%) konden dat met hun positieve rendementen niet verhinderen. De vastrentende portefeuille daalde met 1,1%. Het totale rendement van de portefeuille was deze maand circa 1,4%.
Swaprente gestegen, verplichtingen gedaald
Per saldo steeg in een maand tijd de risicovrije rente over de eerste veertig jaar met gemiddeld 12 basispunten. De waarde van de verplichtingen nam hierdoor af met ongeveer 2,4%.
Toenemende druk
Nu de Wtp dan toch echt een feit is, neemt de druk op pensioenfondsbestuurders en sociale partners toe. De uiterste transitiedatum is weliswaar opgeschoven naar 1 januari 2028, maar de tussentijdse mijlpalen zijn blijven staan. Dat betekent dat sociale partners uiterlijk 1 januari 2025 hun transitieplan gereed moeten hebben en fondsen uiterlijk 1 juli 2025 hun implementatieplan. “Het is een intensief traject waarin de betrokken partijen veel stappen moeten zetten. Dit vraagt van partijen dat zij voldoende tijd vrij maken om hiermee aan de slag te gaan”, zegt Frank Driessen, CEO Wealth Solutions, Aon Nederland. Als dingen tegen zitten of partijen het niet eens zijn met elkaar dan kan het noodzakelijk zijn te herplannen, of de overlegfrequentie te verhogen. Zorg van onze kant is dat er een hele keten van betrokkenen is. Waardoor herplannen kan betekenen dat er bijvoorbeeld geen capaciteit is bij de uitvoerder en je achteraan in de rij terecht komt. “Wij benadrukken daarom om enerzijds goed projectmanagement te voeren en anderzijds de risico’s goed in beeld te brengen”, zegt Driessen hierover. “Werk ook een plan B uit, voor het geval dat het tegenzit.”
Doorrekeningen
Naast het maken van een contractkeuze en een besluit over het invaren moeten er veel berekeningen plaatsvinden. Deze berekeningen zijn nodig om te bepalen of de transitie evenwichtig is en of er compensatie nodig is voor de afschaffing van de doorsneepremie. Inmiddels heeft DNB diverse scenariosets gepubliceerd voor deze berekeningen. Er zijn ook sets gepubliceerd met een lagere en hogere rekenrente, zodat vooraf in beeld gebracht kan worden hoe het plaatje er in die omstandigheden uitziet. “Nu deze sets er zijn, kunnen fondsen aan de slag met een matrix. In deze matrix kan het pakket voor de overstap naar het nieuwe stelsel in beeld worden gebracht bij gevoeligheden voor bijvoorbeeld rente, aandelenrendementen en dekkingsgraden,” zegt Driessen. “Deze matrix kan gebruikt worden voor de beoordeling van de evenwichtigheid.” Dit alles vraagt echter intensieve doorrekeningen en daarmee ook de nodige doorlooptijden. “Er wordt veel van fondsen, adviseurs en uitvoerders gevraagd in deze transitieperiode”, zegt Driessen.
En de deelnemer?
In alle hectiek van planningen en doorrekeningen is het risico dat vergeten wordt waar het allemaal om gaat, namelijk de deelnemer. “Communicatie is en blijft key in deze transitie”, zegt Driessen. Met de introductie van de Wet toekomst pensioenen worden nieuwe en aangescherpte communicatievoorschriften van kracht. De keuzebegeleiding is al vanaf 1 juli dit jaar van kracht. Recent bleek dat deze keuzebegeleiding maar minimaal wordt ingevuld door pensioenfondsen. “Gegeven het feit dat pensioenfondsbestuurders enorm veel op hun bord hebben liggen is het logisch dat, om aan de wetgeving per afgelopen juli te voldoen, voor het minimale is gekozen”, zegt Driessen. “Maar wij pleiten ervoor om daarna wel de tijd te nemen om communicatie zo op te zetten dat deelnemers goed geïnformeerd en begeleid worden bij en ook ná de transitie. Wij pleiten ervoor dat deelnemers het recht krijgen op een persoonlijk gesprek om geïnformeerd te worden over hun persoonlijke pensioensituatie.”
* Aon houdt op dagbasis de dekkingsgraad bij van het geschatte gemiddelde Nederlandse pensioenfonds. Zowel de beleggingsrendementen als de rentetermijnstructuur worden op dagbasis aangepast aan de ontwikkelingen op de financiële markten. Ook geven wij de benodigde dekkingsgraad weer. Samen zegt dit iets over de kwaliteit van de financiële positie van het gemiddelde fonds. Dit geeft een goede indicatie van de ontwikkelingen bij de pensioenfondsen in Nederland. De samenstelling van de pensioenfondsen in Nederland is heel divers. Van hele grote fondsen als het ABP en Pensioenfonds Zorg en Welzijn tot kleine pensioenfondsen met soms maar enkele deelnemers. Aon heeft de samenstelling van het gemiddelde pensioenfonds gebaseerd op door De Nederlandsche Bank (DNB) en andere partijen gepubliceerde karakteristieken. Hier zit een vertraging in, omdat de statistieken altijd een maand achter lopen. De gemiddelde dekkingsgraad van Aon betreft een inschatting van de gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen. Wij gebruiken een prognosemodel. De werkelijke gemiddelde dekkingsgraad kan en zal afwijken van deze inschatting. Voor de werkelijke gemiddelde dekkingsgraad verwijzen wij naar de statistieken van DNB.