Dekkingsgraad pensioenfondsen stabiliseert ondanks druk op handelstarieven
Rotterdam, 3 maart 2025 - De indicatieve* gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen is in februari gestabiliseerd op 118%. De aandelenrendementen in combinatie met een rentedaling zorgden voor een marginale stijging van dekkingsgraad. De indicatieve beleidsdekkingsgraad, gebaseerd op de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden, bleef in februari gelijk aan 118%. Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon, wereldwijd dienstverlener op het gebied van risico-, pensioen- en gezondheidsoplossingen, die dagelijks de hoogte van de gemiddelde dekkingsgraad bijhoudt.
Handelstarieven
In februari voerden de handelstarieven van Trump de boventoon. Minder dan een week nadat de Mexicaanse/Canadese tarieven 30 dagen waren gepauzeerd, kondigden de Verenigde Staten een plan aan om alle import van staal en aluminium met 25% te belasten. Canada, Brazilië en Mexico zijn de drie grootste exporteurs naar de VS. Vervolgens kondigde Trump een tarief van 25% aan op auto's, halfgeleiders en farmaceutische producten om de binnenlandse productie te bevorderen. Daarnaast komt er een heffing op producten uit China van 10%. China reageerde op het tarief van 10% met vergeldingstarieven tussen 10% en 15% op Amerikaanse producten zoals steenkool, vloeibaar aardgas, ruwe olie, landbouwmachines en bepaalde autoproducten. In reactie op de importheffingen van de VS hebben Canada, de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk aangekondigd dat zij krachtige en evenredige tegenmaatregelen zullen nemen.
Dit zorgde voor onzekerheid op de markten over de impact op de inflatie, die de afgelopen maand in Amerika en de eurozone toch al opliep, en de economische groeiverwachtingen. De groeiverwachtingen die op basis van de voorlopige inkoopmanagersindex (PMI) van de VS in zeventien maanden een dieptepunt bereikten en daalde tot 50,4, maar wel in het expansiegebied bleef. De PMI voor de eurozone bleef ongewijzigd ten opzichte van de voorgaande maand op 50,2. Beleggers kregen hoogtevrees vanwege hoge waarderingen van Amerikaanse technologie-aandelen en deden een stap terug. Het effect op de rentemarkt in de eurozone was aanvankelijk dat de opgelopen swaprente in de laatste week weer terugviel naar het niveau van begin van de maand. Alleen de zeer lange swaprente van 30 jaar en langer steeg 10 basispunten.
Wereldwijd gaven aandelen een gemengd beeld. Aandelen van ontwikkelde markten daalden met 0,9%, maar Europese aandelen prolongeerden de goede start van 2025 met een rendement van 3,6%. Dit kwam mede door de kans dat door de onderhandelingen van Trump met Poetin de oorlog tussen Oekraïne en Rusland gestopt kan worden. De emerging markets stegen in februari met 0,4%. In de eurozone daalde de rente op obligaties en steeg de vastrentende waarde portefeuille met 0,8%. Zo behaalde de meer risicovolle obligaties een positief rendement: credits 0,6%, high yield 0,7% en emerging market debt 1,4%. Het totaal rendement van de portefeuille bedroeg -/- 0,1%.
Rente gedaald, verplichtingen gestegen en vermogen gestegen in februari
De rente daalde licht in februari. Per saldo daalde in een maand tijd de risicovrije rente over de eerste veertig jaar met gemiddeld twee basispunten. Er was sprake van een daling van de korte rente, maar op het lange eind, vanaf 23 jaar, steeg de rente. De Ultimate Forward Rate (UFR), waarmee pensioenfondsen de waarde van hun toekomstige verplichtingen berekenen, kwam uit op 1,5%. Door de rentebeweging nam de waarde van de verplichtingen af met ongeveer 0,5%. Door de daling van het vermogen in februari met circa 0,1%, was er per saldo sprake van een stijging van de dekkingsgraad van ongeveer 0,5%.
Mogelijk referendum houdt de gemoederen bezig
Veel pensioenfondsen zien de overgang naar het nieuwe stelsel als een grote stap in het belang van de deelnemers. Maar dat is geen vanzelfsprekendheid meer. Waar invaren volgens de wet het standaardpad is, heeft NSC een voorstel ingebracht om via een referendum alle deelnemers aan een pensioenfonds zich te laten uitspreken of ze wel of niet willen invaren. Dit houdt de gemoederen nog steeds flink bezig. Het voorstel heeft tot felle reacties geleid binnen de pensioensector. Hierin worden ook de kosten benoemd die niet invaren met zich mee brengen. PwC beraamde deze kosten op 18 miljard euro. "Waar wij moeite mee hebben", zegt Frank Driessen, Director Wealth, Aon Nederland, "is de timing en waarover dan een keuze wordt voorgelegd. Het nu nog inbouwen van een referendum gaat tot verdere vertraging en onzekerheid leiden. De keuze tussen wel of niet overgaan naar het nieuwe stelsel is eigenlijk niet de echte keuze. Nieuwe opbouw moet namelijk in het nieuwe stelsel plaatsvinden en dat betekent dat voortzetten van het oude stelsel gevolgen heeft voor de kosten. Vanwege steeds oudere deelnemers zal dit ook impact hebben op bijvoorbeeld het beleggingsbeleid. Deelnemers zullen zich dus goed moeten realiseren wat het continueren van het oude stelsel betekent als ze deze keuze maken." Omdat het zo'n verstrekkend voorstel is van NSC moet de Raad van State zich hierover uitspreken.
Transitie erg tijdsintensief
Nu de koplopers zijn ingevaren, wordt de balans opgemaakt. De deelnemers van de drie fondsen hebben een mooie verhoging tegemoet kunnen zien, te weten een stijging van 8% voor zowel APG als Loodsen en ongeveer 13% voor PWRI. De bestuurders delen hun ervaringen uit de sector. Hieruit blijkt dat het traject met De Nederlandsche Bank veeleisend is en wel een jaar kan duren. Het gaat om vele honderden pagina's aan documentatie, die door het fonds moeten worden opgesteld, beoordeeld door sleutelfunctiehouders, het verantwoordingsorgaan en eventuele andere gremia en uiteindelijk ingediend moet worden bij DNB. "Wij zien dat er veel tijd gaat zitten in het op orde en consistent krijgen van het dossier", zegt Driessen. "Het uiteindelijke pakket verandert vaak weinig, maar het netjes uitwerken op papier en het beantwoorden van de vragen van DNB is erg tijdrovend. Wij hopen dat de lessen van de koplopers zowel binnen de sector als aan de kant van de toezichthouders ertoe leiden dat het proces voor volgende fondsen vlotter zal verlopen."