Pensioenfondsen krabbelen verder op
- Dekkingsgraden blijven in de gevarenzone
- Aandelenkoersen herstellen, rente krabbelt op
- Spanning rondom pensioenakkoord neemt toe
Rotterdam, 2 juni 2020 – De gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen is in mei opgelopen van 90% naar 92%. Na de daling in april krabbelde de rente wat op in mei. Het ingezette herstel van de aandelenkoersen zette door, maar de vastrentende waardenportefeuille daalde iets in waarde door de licht gestegen rente.
Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon, wereldwijd dienstverlener op het gebied van risico-, pensioen- en gezondheidsoplossingen, die dagelijks de hoogte van de gemiddelde dekkingsgraad bijhoudt.
De beleidsdekkingsgraad, gebaseerd op de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden, daalde naar 98%. Deze dekkingsgraad ligt onder het aangepaste tijdelijke wettelijk vereiste minimum van 100%. Op basis van de huidige regels zou dat bij onveranderde omstandigheden kortingen voor eind 2020 betekenen.
Rente gestegen, verplichtingen gedaald
Verbeterde economische vooruitzichten duwden de rente in mei iets omhoog, na de opleving in de tweede helft van maart als gevolg van de maatregelen van overheden. Per saldo steeg de rente met gemiddeld 5 basispunten sinds vorige maand. De 30-jaarsrente eindigde op een niveau van 0,032%. De Ultimate Forward Rate (UFR), waarmee pensioenfondsen de waarde van hun toekomstige verplichtingen berekenen, daalde naar 1,9%. Door de rentestijging nam de waarde van de verplichtingen per saldo met 0,9% af.
Stijging vermogen pensioenfondsen houdt aan
Na het eerste herstel in april verbeterde ook in mei het sentiment op de financiële markten. Beleggers kregen veel informatie over de negatieve effecten van de lock-downs op de economische cijfers en bedrijfsresultaten over het eerste kwartaal. Dit was tevens een voorbode voor de prognoses voor het volgende kwartaal waarbij de negatieve effecten nog groter zullen zijn. Beleggers keken veel verder vooruit en voelden zich gesteund door het afbouwen van de lockdown maatregelen, nieuwe plannen van Duitsland en Frankrijk voor een noodfonds van 750 miljard euro om de economie van Italië en Spanje te steunen en het oplopen van de olieprijzen. Hierdoor bleven beleggers aandelen ontwikkelde landen, emerging market debt en high yield kopen, wat de koersen positief beïnvloedde.
Op de financiële markten stegen de wereldwijde aandelen van ontwikkelde markten met ruim 3% door verbeterde vooruitzichten. De aandelen van opkomende markten daalden ongeveer 1% door de opleving van de spanning tussen Amerika en China en de ontwikkelingen in Hong Kong waar China via een veiligheidswet zijn grip probeert te versterken. Vastgoed bleef eveneens met een daling van bijna 3% achter bij het herstel. Het sentiment zorgde ook voor een afname van de kredietrisico’s en dalende spreads, zoals voor high yield waarvan de spread van ruim 7% boven het rendement op staatsobligaties daalde naar ongeveer 6%. Dit leverde high yield een rendement op van circa 5%. De opgelopen rente had een licht negatief effect op de staatsobligaties en de renteswaps, waardoor de vastrentende waarden portefeuille daalde met 0,5%. De totale portefeuille steeg deze maand met 0,8%.
Dekkingsgraden en corona
De coronacrisis heeft nog steeds een behoorlijke impact op de pensioenfondsen en het is de vraag of het herstel nu snel volgt, of dat een langere periode van economische teruggang volgt. Door versoepeling van de maatregelen kan het economisch verkeer weer wat op gang komen. Maar wat betekent dit voor de dekkingsgraden? Feit blijft dat veel pensioenfondsen zich momenteel in de gevarenzone bevinden.
Pensioenakkoord verder uitwerken
De spanningen liepen afgelopen maand op als gevolg van het mogelijk schrappen van de ontslagboete in het tweede steunpakket. Dit legde ook een bom onder de gesprekken over de uitwerking van het pensioenakkoord. Uiteindelijk zijn de bonden en het kabinet toch weer tot elkaar gekomen. De ontslagboete wordt geschrapt voor werkgevers met minder dan 20 medewerkers. Daarboven geldt wel een boete. Het pensioenakkoord kan nu verder uitgewerkt worden. Er is wel vertraging in de publicatie van de hoofdlijnennotitie opgelopen, maar deze wordt nog steeds voor de zomer verwacht. De feitelijke invoering komt wel een stuk later te liggen, namelijk pas in 2027. Het is de bedoeling dat dan in één keer, via een ‘big bang’, alle pensioencontracten omgezet worden naar het nieuwe contract. De jaren daarvoor zijn dan nodig om wetgeving uit te werken en overgangsproblematiek op te lossen. “Wij vinden 2027 wel ver weg. Dat betekent dat pensioenfondsen nog vijf jaar langer moeten aanmodderen in het huidige systeem”, zegt Frank Driessen, Chief Executive Officer van Aon Retirement & Investment. “Het is de vraag hoe de komende jaren dan met mogelijke kortingen wordt omgegaan. Als het inderdaad nog vijf jaar langer gaat duren, legt het niet doorvoeren van kortingen extra druk op de jongere generatie.” Ook kan het eventueel niet doorvoeren van kortingen druk leggen op de transitie naar het nieuwe systeem. Er zijn dan minder buffers beschikbaar om de transitie te financieren.
Contract zonder rente
Het contract zonder rekenrente wordt steeds meer als mogelijke oplossing gezien voor een robuuster systeem. Als er geen rekenrente meer is, is het ook niet nodig om per dag stil te staan bij de dekkingsgraad van pensioenfondsen. Het contract waar nu aan gedacht wordt, kent allerlei verdeelregels die het niet eenvoudiger maken. “Wij maken ons zorgen of een dergelijk contract voldoende begrepen wordt door de deelnemers. Ook in een contract zonder rente komt de huidige economische situatie tot uitdrukking”, aldus Driessen. “Gepensioneerden zullen in een contract zonder rente de economische schokken direct in hun portemonnee voelen. Mocht er voor een dergelijk contract gekozen worden, is het van groot belang hierover helder te communiceren."