Is deelname aan een pensioenregeling verplicht?
In het huidige wettelijke kader komt deelname in een pensioenregeling tot stand doordat de werkgever werknemers een aanbod doet om door middel van een pensioenovereenkomst deel te nemen aan de pensioenregeling. Echter, sommige werkgevers krijgen met de (uitzonderlijke) situatie te maken dat een nieuwe werknemer beslist niet in deze pensioenregeling deel te nemen.
Is deelname aan de pensioenregeling van de werkgever verplicht?
Pensioenverzekeraars wekken de indruk dat er in de Pensioenwet een deelnameverplichting aan de pensioenregeling van de werkgever is opgenomen. In Nederland bestaat echter geen pensioenplicht. Als de werkgever een pensioenregeling heeft, mag de werknemer ervan uitgaan – indien hij tot een bepaalde groep behoort – dat hij binnen één maand een aanbod ontvangt van de werkgever om aan zijn pensioenregeling deel te nemen.
Laat de werkgever het na om de werknemer tijdig te informeren, dan gaat de wetgever ervan uit dat de werkgever aan de werknemer – doordat hij tot een groep behoort – een onherroepelijk aanbod tot een pensioenovereenkomst heeft gedaan. In de uitzonderlijke situatie dat een werknemer niet wil deelnemen, kan gekozen worden voor een overeenkomst van niet deelname.
Onderbrengingsplicht
De werkgever is wel verplicht om de uitvoering van de pensioenovereenkomst onder te brengen bij een pensioenvoerder. Om aan deze onderbrengingsplicht te voldoen, kan de werkgever met een pensioenverzekeraar een uitvoeringsovereenkomst sluiten.
De pensioenregeling kan ook worden uitgevoerd door een pensioenfonds. Daar speelt de onderstaande problematiek nagenoeg niet omdat een pensioenfonds en werkgever veel dichter bij elkaar staan. We beperken ons in dit artikel tot rechtstreeks verzekerde regelingen.
Uitkeringsverplichting
In de uitvoeringsovereenkomst verplicht de pensioenverzekeraar de werkgever om alle werknemers aan te melden. De pensioenverzekeraars menen in de Pensioenwet een uitkeringsverplichting te lezen. Deze verplicht hen om werknemers die tot een bepaalde groep behoren maar niet door de werkgever worden aangemeld toch een pensioenuitkering toe te kennen. Het risico dat door deze uitleg ontstaat, proberen pensioenverzekeraars te verkleinen.
Pensioenverzekeraar stelt werkgever aansprakelijk
Gezien deze vermeende wettelijke uitkeringsverplichting van de pensioenverzekeraars is het begrijpelijk dat zij tegen een overeenkomst van niet deelname zijn. Deze overeenkomst tussen werkgever en werknemer heeft immers alleen rechtskracht tussen werkgever en werknemer terwijl de pensioenverzekeraar hier geen partij is.
Vanwege de eventuele sancties die pensioenverzekeraars de werkgevers in het vooruitzicht stellen bij het niet aanmelden van hun werknemers, informeren werkgevers de pensioenverzekeraars in dit soort gevallen mogelijk niet. Pensioenverzekeraars proberen nu de werkgever al bij voorbaat aansprakelijk te stellen voor de eventueel te lijden schade als pensioen moet worden toegekend aan een niet aangemelde werknemer.
Werkgever in spagaat
Door deze opstelling van pensioenverzekeraars komt de werkgever in een spagaat terecht. De werkgever wil de verplichtingen uit de uitvoeringsovereenkomst nakomen maar wordt door de werknemer voor een voldongen feit geplaatst. Vanwege de sancties die pensioenverzekeraars in het vooruitzicht stellen, verzwijgt de werkgever soms – met alle risico’s van dien – de overeenkomst van niet deelname voor de pensioenverzekeraar. Dit werkt vervolgens fraude door de werknemer en diens gerechtigden in de hand. De werknemer betaalt geen premie maar krijgt naderhand wel recht op een uitkering.
Een enkele verzekeraar is wel bereid om de werkgever in dit soort uitzonderlijke gevallen tegemoet te komen door de overeenkomst van niet deelname te accepteren. Helaas is deze coulance geen gemeengoed onder verzekeraars en wordt de werkgever op diens contractuele aanmeldingsverplichtingen gewezen.
Informatie over gevolgen van niet deelname
Het informeren van deelnemers loopt als een rode draad door de Pensioenwet. Bij het aangaan van een overeenkomst van niet deelname speelt de informatieverstrekking een belangrijke rol. Hiermee rust op de werkgever de verplichting om de werknemer in duidelijke en begrijpelijke taal te informeren over de gevolgen van het niet deelnemen in de pensioenregeling. De werkgever stelt de werknemer bijvoorbeeld een startbrief ter beschikking en laat berekeningen maken zodat het de werknemer duidelijk is waar hij van afziet. De partner van de werknemer moet ook geïnformeerd worden.
Niet deelnemen met wederzijdse instemming
In tegenstelling tot de onder het oude recht gebruikelijke afstandsverklaring, is de overeenkomst van niet deelname door werknemers niet eenzijdig te herroepen of te wijzigen. Bij het tot stand komen van een overeenkomst moet er bij partijen sprake zijn van wilsovereenstemming.
Voor de werkgever betekent dit dat hij de werknemer (en partner) erop moet wijzen dat deze overeenkomst door geen van partijen zonder wederzijdse instemming gewijzigd kan worden. En dat bij een mogelijke wederzijdse ontbinding van de overeenkomst de werknemer niet automatisch aanspraak kan maken op opname in de pensioenregeling.
Gezondheidsonderzoek voor spijtoptant
De pensioenverzekeraar ziet deze werknemer als een spijtoptant. Iemand die terugkomt op een eerder gemaakte keuze. Spijtoptanten kunnen door pensioenverzekeraars aan gezondheidsonderzoeken worden onderworpen. Het resultaat van een dergelijk onderzoek kan zijn dat de pensioenverzekeraar het nieuwe risico niet accepteert of alleen onder de voorwaarde dat acceptatie geschiedt tegen een beduidend hogere premie.
Tot slot
Het niet aanmelden van een deelnemer – al dan niet met behulp van een overeenkomst van niet deelname – kan een groot (financieel) risico voor de werkgever met zich meebrengen. Ondanks de genoemde overeenkomst kan de deelnemer of diens partner een uitkering bij de pensioenverzekeraar claimen. De meeste verzekeraars zullen wel overgaan tot uitkeren om vervolgens te proberen de schade te verhalen op de werkgever.
Meer weten?
Wilt u meer weten, neem dan contact op met uw consultant of met mr. Ton Roebroek, Senior Legal Consultant, tel. 010 448 79 64. Wij brengen graag de risico’s voor u in kaart en we kunnen u ondersteunen in een dergelijk traject.