Vanwege de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) maken gemeenten veel kosten voor de nodige voorzieningen. Volgens het CBS maakten in 2020 ruim 1,2 miljoen Nederlanders gebruik van een maatwerkarrangement Wmo. Dit is ten opzichte van 2019 een toename van 4,7%.
Bron: CBS – Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein Wmo (GMSD)
Onder personen uit de hogere inkomenscategorieën van €50.000 tot €100.000 en boven de €100.000 is tussen 2019 en 2020 een grote toename te zien (respectievelijk +12,9% en +17,3%). Daarentegen neemt het gebruik van de Wmo in de lagere inkomenscategorieën van €10.000 tot €15.000 en onder de €10.000 juist af (respectievelijk met -3,6% en -1,1%).
Bekijk de cijfers van alle inkomenscategorieënIn alle leeftijdscategorieën neemt het gebruik van de Wmo tussen 2019 en 2020 toe. De grootste groei is te zien in de categorieën 30-44 jaar (+6,7%) en 60-74 jaar (+6,5%).
Ga naar de infographic met alle leeftijdscategorieënAangezien het aantal aanvragen binnen de Wmo gestaag stijgt, zien we ook dat er vaker meningsverschillen ontstaan over deze wet en wie voor de kosten voor de voorzieningen opdraait. Er worden zelfs rechtszaken over gevoerd tussen gemeenten en Wmo-cliënten. We lichten daarom drie juridische uitspraken toe.
Lees meer over de 3 juridische uitsprakenOp basis van de Wmo kunnen inwoners bij gemeente bepaalde voorzieningen aanvragen. Wanneer de inwoner letsel heeft opgelopen door toedoen van een derde die hiervoor aansprakelijk is, kunt u als gemeente de vanuit de Wmo gemaakte kosten voor de voorzieningen verhalen op de aansprakelijke partij. Check of u uw Wmo-kosten op ‘no cure, no pay’ basis door ons kunt laten verhalen door de 3 korte vragen in onze Wmo-QuickScan te beantwoorden.
Naar de Wmo-QuickScan