De samenstelling van de pensioenfondsen in Nederland is heel divers. Van hele grote fondsen als het ABP en Pensioenfonds Zorg en Welzijn tot kleine pensioenfondsen met soms maar enkele deelnemers. Aon heeft de samenstelling van het gemiddelde pensioenfonds gebaseerd op door De Nederlandsche Bank (DNB) en andere partijen gepubliceerde karakteristieken. Verderop hebben wij de karakteristieken van het gemiddelde pensioenfonds in Nederland weergegeven.
Aantallen pensioenfondsen
Zo'n vijftien jaar geleden telde Nederland ruim 1.000 pensioenfondsen. Volgens de laatste cijfers van DNB zijn er eind 2015 nog slechts zo’n 270 over. De verwachting is dat dit aantal verder afneemt tot 100 – 150 pensioenfondsen. Ondernemingspensioenfondsen (Opf) zijn qua aantal het meest omvangrijk; zo'n 70% van het totaal aan pensioenfondsen is een Opf. Bedrijfstakpensioenfondsen (Bpf) zijn qua aantal deelnemers het meest omvangrijk: ruim 8 van de 10 werknemers neemt deel aan een Bpf.
Soort regeling
Van de diverse soorten pensioensystemen die Nederland kent, komt het middelloonsysteem het meest voor. Ruim 90% van de deelnemers van pensioenfondsen heeft een middelloonregeling. Bij direct verzekerde regelingen is dit slechts een ruime 40%. Een middelloonregeling mag daarom met recht het ‘gemiddelde pensioensysteem’ genoemd worden. De inhoud van deze gemiddelde of 'standaard' regeling is veelal als volgt. Er is sprake van:
- ouderdomspensioen
- partnerpensioen van gemiddeld 70% van het bereikbaar ouderdomspensioen
- wezenpensioen
In ruim de helft van de gevallen is er ook een arbeidsongeschiktheidspensioen verzekerd.
In ongeveer 75% van de pensioenregelingen ligt het opbouwpercentage voor het ouderdomspensioen tussen de 1,75% en 2%. De franchise is in meer dan de helft van de gevallen gekoppeld aan de AOW. Voor actieve deelnemers is de toeslagverlening in 8 van de 10 gevallen een voorwaardelijke toezegging gekoppeld aan een maatstaf (toeslagcategorie D in toeslagenmatrix), gemeten naar aantal pensioenregelingen bij pensioenfondsen. Voor actieve deelnemers is de grondslag veelal de loonontwikkeling binnen de sector (zo'n 60% van het aantal pensioenregelingen bij pensioenfondsen). Voor inactieven is dat meestal de prijsontwikkeling (ruim 80% van het aantal pensioenregelingen bij pensioenfondsen).
Gemiddelde bezittingen/verplichtingen
Eind 2015 bedroeg de gemiddelde beleidsdekkingsgraad 104%, 4 procentpunten lager t.o.v. eind 2014. Eind 2011 was dit nog 98%, terwijl het eind 2007 144% bedroeg. De daling is veroorzaakt door onder andere de kredietcrisis, de eurocrisis en het opkoopprogramma van de ECB. Deze crises hadden lage rentestanden en slechte aandelenrendementen tot gevolg. Daarnaast zijn pensioenfondsen geconfronteerd met de stijgende levensverwachting. Deze situatie heeft ertoe geleid dat zo'n 60 pensioenfondsen genoodzaakt waren om de pensioenen per 1 april 2013 te korten. Naar verwachting moeten 27 pensioenfondsen in 2017 een korting doorvoeren.
(Deze cijfers zijn ontleend aan periodieke DNB-publicaties)